4BB ECOLOGIE - thema 2 - BVJ

Thema 2 Ecologie 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Thema 2 Ecologie 

Slide 1 - Slide

Basisstof 1 Organismen en hun leefomgeving   

Slide 2 - Slide

Leerdoel 
  • Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt de volgende niveaus van ecologie beschrijven: individu, populatie, levensgemeenschap en ecosysteem.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Levende factoren
Niet levende factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind

Slide 5 - Drag question

Voedsel
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 6 - Quiz

Levende factoren
Niet levende factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind

Slide 7 - Drag question

Hoe heet de relatie tussen 1 organisme en zijn omgeving ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 9 - Quiz

Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 10 - Quiz

Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie

Slide 11 - Drag question

Roofdieren
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 12 - Quiz

Temperatuur
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 13 - Quiz

Waterplanten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 14 - Quiz

Soortgenoten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 15 - Quiz

Wind
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 16 - Quiz

Basisstof 2 Voedselrelatie 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt de voedselrelaties van organismen aangeven.
  • Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten

Slide 21 - Quiz

Van welke orde zijn vleeseters?
A
consumenten 1ste orde
B
consumenten 2e orde

Slide 22 - Quiz

Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaletters
D
reducenten

Slide 23 - Quiz

Producent
Consument

Slide 24 - Drag question

Basisstof 3 Aanpassingen bij dieren 

Slide 25 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt beschrijven hoe waterdieren en landdieren zijn aangepast aan de omgeving waarin ze leven.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 28 - Quiz

Welke aanpassing hebben bloemen met als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren

Slide 29 - Quiz

welke dieren zijn gestroomlijnder?
A
land dieren
B
water dieren

Slide 30 - Quiz

Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 31 - Quiz

aanpassingen om beter te overleven
Temperatuur
Water
Licht

Slide 32 - Slide

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar

Slide 33 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 34 - Quiz

Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water

Slide 35 - Quiz

Basisstof 4 Aanpassingen bij planten 

Slide 36 - Slide

Leerdoel 
  • Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan de omgeving waarin ze leven.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar

Slide 39 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 40 - Quiz

Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water

Slide 41 - Quiz