This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Luisteren 1.1
- Herhalen signaalwoorden en tekstverbanden;
-
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'ook'?
A
voorwaarde
B
vergelijking
C
opsomming
D
conclusie
Slide 3 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'maar'?
A
reden
B
conclusie
C
tijd
D
tegenstelling
Slide 4 - Quiz
Wat is het tekstverband bij het signaalwoord 'omdat'?
A
tijdsvolgorde
B
samenvatting
C
reden of argument
D
opsomming/volgorde
Slide 5 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'door'?
A
oorzaak-gevolg
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie
Slide 6 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'daardoor'?
A
oorzaak-gevolg
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie
Slide 7 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'als'?
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie
Slide 8 - Quiz
1.1 Gericht luisteren en kijken en 1.3 aantekeningen maken
1.2 functie van beeld en 1.3 aantekeningen maken
Kijken en luisteren Hoofdstuk 1
Slide 9 - Slide
Lesdoelen:
Ik weet hoe ik gericht kan luisteren.
Ik haal informatie uit gesproken tekst.
Ik weet hoe ik goede aantekeningen moet maken.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Op welke manier luister je?
Je krijgt instructie over de ontruiming van het gebouw.
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waarover het gaat
B
gericht luisteren en kijken waarbij je wacht op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles
Slide 12 - Quiz
Op welke manier luister je?
Je wacht op het perron op de trein naar Amersfoort en er wordt een wijziging in de dienstregeling omgeroepen.
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waarover het gaat
B
gericht luisteren en kijken waarbij je wacht op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles
Slide 13 - Quiz
Op welke manier luister je?
De docent leest de data voor waarop jullie je presentatie moeten houden.
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waarover het gaat
B
gericht luisteren en kijken waarbij je wacht op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles
Slide 14 - Quiz
Op welke manier luister je?
Je kijkt naar het journaal met het laatste nieuws terwijl je de afwas doet.
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waarover het gaat
B
gericht luisteren en kijken waarbij je wacht op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles
Slide 15 - Quiz
Theorie 1.1 – Gericht luisteren
Als je naar een gesproken tekst luistert, is het niet altijd nodig om de hele tijd intensief te luisteren.
Soms heb je alleen bepaalde informatie nodig. In dat geval moet je gericht luisteren.
Slide 16 - Slide
Belangrijk bij gericht luisteren
Bedenk van te voren wat je wilt weten -> Lees de vragen!
Let extra goed op het begin van de gesproken tekst -> onderwerp en volgorde van deelonderwerpen!
Let op signaalwoorden ->geven een verband aan!
Let op het beeld bij de gesproken tekst -> kan extra informatie bevatten!
Slide 17 - Slide
Wanneer en waarom maak je aantekeningen?
Slide 18 - Mind map
Waarom maak je aantekeningen?
Om dingen te onthouden.
Om snel overzicht te hebben.
Verslaglegging van een overleg / gemaakte afspraken
Je maakt van de aantekeningen een korte tekst.
Theorie 1.3 Aantekeningen maken
Slide 19 - Slide
Hoe maak je goede aantekeningen terwijl je kijkt en luistert?
Noteer alleen de belangrijkste informatie
Gebruik steekwoorden
Dus vooral niet te veel opschrijven!
Slide 20 - Slide
Weet je van te voren dat je vragen krijgt over een kijk-/luisterfragment?
1. Lees eerst de vragen
2. Noteer tijdens het luisteren het antwoord in
steekwoorden.
3. Of pauzeer het fragment om de vraag te
beantwoorden.
4. Als je niet alles kunt volgen, blijf dan rustig.
Belangrijke zaken worden vaak herhaald en tot slot
nog eens samengevat.
Slide 21 - Slide
Welke verschillen vallen je op?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Theorie 1.2 Functie van beeld
Aandacht trekken
Verduidelijken van informatie
Extra informatie toevoegen
Sfeer oproepen/ verluchtigen
NB: non-verbaal gedrag van personen is zichtbaar (houding, gebaren, gezichtsuitdrukking) wat aangeeft hoe iemand iets bedoelt of hoe iemand zich voelt.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Hoofdzaken
In je aantekeningen komen alleen de hoofdzaken te staan
Hoe?
Onderwerp en deelonderwerpen
Omschrijvingen
Verbanden tussen zinnen
Gebruik afkortingen, getallen, streepjes
Slide 26 - Slide
Gebruik de 3 x 3 regel
Geef je aantekeningen een titel van max. 3 woorden.
Noteer de 3 belangrijkste deelonderwerpen.
Beschrijf elk deelonderwerp in max. 3 steekwoorden.
Slide 27 - Slide
Aan de hand van je aantekeningen maak je vervolgens een tekst.
Alleen belangrijke informatie vermelden.
Maak korte maar krachtige zinnen.
Iemand die het onderwerp niet kent, moet het begrijpen!
Slide 28 - Slide
BELANGRIJK!
Door aantekeningen te maken of belangrijke zaken op te schrijven/ samen te vatten: leer je sneller!
Slide 29 - Slide
Samen oefenen
- Lees de vragen.
- Kijk en luister naar het filmpje.
- Maak aantekeningen.
- Welke vragen kan je al beantwoorden?
Slide 30 - Slide
Vragen bij het filmpje:
Welke onderzoeksvraag wordt in dit filmpje beantwoord?
Waarom is er juist voor Jurnan Schilder gekozen om de vraag te beantwoorden?
Wat gebeurt er met je gewicht als je steil naar beneden rijdt in een achtbaan?
Wat is de maximale G-kracht die een lichaam aankan?
Een achtbaan met een perfecte looping trekt onderin meer G-krachten dan een lichaam aankan. Hoe komt dat?
Onder in de perfecte looping van een achtbaan gebeuren er drie dingen met je lichaam. Welke drie zijn dat?
Welke vorm heeft een looping in een veilige achtbaan?
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Individueel aan de slag!
Luisteren Hoofdstuk 1
Opdrachten 1.1
Maken: 3, 4, de examenopdracht en de extra opdrachten.