MA KB 2.1 en 2.2 Hoe word je wie je bent + Een leven lang leren

Jongeren

2.1 Hoe word je wie je bent?

2.2 Een leven lang leren.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Jongeren

2.1 Hoe word je wie je bent?

2.2 Een leven lang leren.

Slide 1 - Slide

2.1
Hoe word je wie je bent?

Slide 2 - Slide

Aangeboren of aangeleerd?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Het gedrag van het jongetje is...
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 6 - Quiz

Als je goed kunt voetballen, is dat:

A
alleen aangeboren, niet aangeleerd
B
alleen aangeleerd, niet aangeboren
C
aangeboren en aangeleerd
D
niet aangeboren en niet aangeleerd

Slide 7 - Quiz

Vloeken is een ........... eigenschap.
Welk woord ontbreekt?
A
aangeleerde
B
aangeboren

Slide 8 - Quiz

Alle regels en gewoonten die je leert van je ouders, je leraren , je vrienden en de media, noem je...
A
Gedrag
B
Waarden
C
Normen
D
Opvoeding

Slide 9 - Quiz

cultuur
alle normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

socialisatie
het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen

Slide 12 - Slide

Waar vind socialisatie plaats?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

nature-aanhangers
dat ons gedrag vooral bepaald wordt door aangeboren kenmerken.

Slide 16 - Slide

nurture-aanhangers
dat ons gedrag vooral bepaald wordt door onze opvoeding.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat denk jij dat de grootste invloed heeft?
aangeboren eigenschappen
aangeleerde eigenschappen (opvoeding)

Slide 19 - Poll

2.2
Een leven lang leren

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Aan de slag
 Maak  de volgende vragen uit je boek/digitale methode:
2.1: 2, 3, 6, 9 en 10 2.2: 1, 4, 5 en 7 

Klaar?
Haal uit 2.1 en 2.2 alle dikgedrukt woorden en schrijf in je eigen woorden de betekenis achter. Dit typ je uit en lever je in via It's Learning.

Slide 30 - Slide