Les samenvatting lessen CVA

1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Na de les kun je vertellen wat een CVA inhoudt.
  • Na de les weet je te benoemen welke  symptomen er zijn van een CVA.
  • Na de les kun je vertellen wat de behandeling is van een CVA.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les:

  • Opdracht CVA gemaakt en ingeleverd.
  • Uit gemaakte opdracht blijkt dat jullie goed weten wat een CVA inhoudt.
  • Hierop gaan we de komende les verder op in.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een CVA, wat is dat?
  • Cerebro Vasculair Accident
  • Elke jaar 43.000 mensen getroffen door een CVA
  • Dat zijn ongeveer 17 mensen per dag
  • CVA heeft 2 veel voorkomende vormen; -infarct en hersenbloeding.
  • Wij gaan het in deze les vooral hebben over het herseninfarct.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

CVA of Cerebro-vasculair accident. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afasie
  • Motorische afasie:
  • Sensorisch afasie:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Doelen behaald?
Aan het eind van de les kan je:
benoemen wat een CVA is
Welke verschillen er zijn in CVA
De gevolgen na CVA
Wat is FAST?
Afasie/Apraxie/Neglect benoemen
Revalidatie bij CVA

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ik weet nu wat:
Een CVA, Tia, Herseninfarct en hersenbloeding is
Afasie, Neglect, apraxie is
FAST is
Revalidatie is bij CVA
Alle 4
Geen idee
een beetje

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Wat is een CVA
A
Een verzamelnaam voor spierziekte
B
Een auto-imuunziekte
C
Een bloeding in het hoofd door een ongeval
D
Een verzamelnaam voor een herseninfarct en hersenbloeding

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

CVA is een aandoening van de
A
longen
B
hart
C
hersenen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

de vier hoofdgebieden van de hersenen zijn
A
linkerhersenhelft ,rechterhersenhelft,tussenhersenen ,hersenstam linkerhersenhelft ,rechterhersenhelft ,tussenhersenen,en hersenstam
B
grote hersenen,linkerhersenhelft,rechterhersenhelft ,en hersenstam
C
grote hersenen,kleine hersenen,tussenhersenen,en hersenstam

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

Een CVA kan een herseninfarct of hersenbloeding zijn en wordt ook wel een beroerte genoemd. Een herseninfarct komt het meeste voor. Bij 85% van de mensen met een CVA gaat het om een herseninfarct. Bij een herseninfarct wordt een bloedvat afgesloten door een bloedpropje. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen te weinig of geen zuurstof.
Een TIA is een licht, kortdurend herseninfarct, en kan een voorbode zijn voor een CVA.
TIA staat voor Transient Ischemic Attack.
Bij een hersenbloeding scheurt of knapt een bloedvat in de hersenen.
Bloed hoopt zich op in de hersenen. Hierdoor ontstaat te veel druk op het hersenweefsel, waardoor een deel van de hersenen te weinig of geen zuurstof krijgt
Een CVA is altijd bloedig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Latere behandeling van een CVA bestaat uit revalidatie. Wat past hierbij?
A
mobiliteit en conditie training (fysiotherapeut)
B
hulpmiddelen voor blijvende uitval (ergotherapeut)
C
spraak en slikstoornissen (logopedist)
D
cognitieve problemen en depressie (psycholoog)

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is afasie?
A
Problemen in het handelen
B
Stoornis in uitvoerende functies
C
Onvermogen objecten te herkennen
D
Problemen in het formuleren van spraak

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb iemand verzorgd met een CVA en/of
ik ken iemand die een CVA heeft gehad.
JA
NEE

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

In het zorgdossier wordt vaak uitgegaan van vier domeinen die belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven. Een van die domeinen is participatie.
Dit domein gaat over:

A
interesses, dagactiviteiten en sociale contacten
B
de omstandigheden waarin de cliënt woont en leeft
C
de lichamelijke verzorging en eten en drinken
D
hoe het gaat met de cliënt op psychosociaal gebied

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van revalidatie?
A
leren omgaan met de ziekte/beperking en zoveel mogelijk eigen regie bij de cliënt
B
hoge kwaliteit van leven zonder pijn
C
volledig genezen
D
mantelzorgers ontlasten

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor bijzonderheden verwacht je bij de persoonlijke zorg bij mensen met een CVA?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions