H7.1 Formules en Grafieken voorkennis + pijlenketting

H7   Formules en  grafieken
1 / 51
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H7   Formules en  grafieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis blz 8 en 9
  • verhouding km/seconde
  • verhouding aantal stuks per liter/m3
  • Formule
  • volgorde berekeningen
  1. (...... ) dan
  2. wortel of kwadraat
  3. x of : 
  4. + of - 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

snelheid van bliksem (= tussen flits en klap): 340m/sec
snelheid van licht(flits) = 300.000 km/sec

Je ziet een bliksemflits.
10 seconden later hoor je het geluid van donder.
Hoever weg is het onweer?
A
340X10 =340 m
B
340:10 = 34 km
C
340mx10 =3,4 km
D
340 x10 x 10 = 34000 m

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Ik zie een bliksemflits.
Drie seconde later hoor ik de donder.

Hoe ver was de bliksemflits ongeveer van mij vandaan?
A
343 m
B
500 m
C
1 km
D
2 km

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de inhoud van dit aquarium?

tip: oppervlakte = l x b
tip: 1 liter = dm3 = 1000 cm3
A
80.000 mm³
B
8 liter
C
8.000 cm³
D
80 liter

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De inhoud van het aquarium is 0,6x0,5x0,6 = 0,48 m3

formule aantal visjes erin passen:
aantal liter : 4
Hoeveel visjes koop je dan?
A
0,48 : 4 = 0,04
B
0,48 x 10 x 10 = 48 : 4 = 12
C
0,48 x 100 x 100 :4= 1200
D
0,48 x 1000 = 4800 : 4 = 1200

Slide 6 - Quiz

0,48m3 x 1000 = 480 liter : 4 = 120
Tekst

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

KWADRATEN
KWADRATEREN

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

WORTELS

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wortels notatie
Een wortel is het omgekeerde van een kwadraat

32 = 9 , de wortel van 9 = 3
42 = 16, de wortel van 16 = 4
92 = 81, de wortel van 81 = 9

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

10 + 15 : 5 x 2=
Schrijf je berekening op papier en vul hieronder ALLEEN je antwoord in

Slide 11 - Open question

15 : 5 = 3 x 2 = 6 + 10 = 16
18 + 6 : (8-6) x 6 =
schrijf je berekening op papier en vul hieronder ALLEEN je antwoord in

Slide 12 - Open question

8-6 = 2
6 : 2 = 3
3 x 6 = 18
18 + 18 =36
Bekijk de filmpjes in de volgende dia's  over de formules met haakjes.
33=333=27

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

We maken nu?
blz 9 H7 Voorkennis: V1, V3, V4  zelfstandig

 10 minuten





timer
10:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H7.1   Pijlenketting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

H7.1 Wat gaan we doen?
1. opdrachten nakijken
2, Exitsom
3. doel
4. theorie
5. oefenen (huiswerk)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

We maken nu?
blz 9 H7 Voorkennis: V1, V3, V4  zelfstandig

 





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Exit som:
schrijf je berekening op papier en vul hieronder ALLEEN je antwoord in
18+68+(53)2=

Slide 18 - Open question

5-3 = 2 x 2 = 4 

18 + 6 x 8 + 4
6x8 = 48 + 18 + 4 = 80
Doel H7.1?
  • situatie omzetten in een tekst
  • woordformule omzetten in een pijlenformule

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk van vorige les 
blz 9 H7 Voorkennis: V1, V3, V4

Laat de docent zien dat je het gemaakt hebt!  

timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren?
- omschrijving van een situatie (woorden)omzetten in
   een regel/formule. 
- en een regel gebruiken in een pijlenketting

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

weet je wat een pijlenketting is?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

§7,1 regels in woorden en pijlenketting 

ik kan bij een situatie een regel in woorden maken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

a aantal attracties x 2,50 + 15 = kosten
b Je werkt elke zaterdag als pizzabezorger.
Je krijgt per bezorging € 2 en verder per dag een vast
bedrag € 25,-



A
a =situatie b = regel
B
a = regel b = situatie
C
a = situatie
D
b = regel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

situatie naar woorden
In een fles cola zit 2 liter
Stel ik heb meerdere flessen hoe bereken ik dan het aantal liters ???

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

 situatie
In een fles cola zit 2 liter
Stel ik heb meerdere flessen hoe bereken ik dan het aantal liters ?
         regel/formule
aantal flessen  x 2 liter = aantal liter cola??

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

situatie: In een fles cola zit 2 liter
regel/formule: aantal flessen x 2 liter = aantal liter cola

Hoeveel liter heb ik als ik 15 flessen cola heb?

A
4
B
15
C
30
D
40

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

situatie: 
ik heb al € 30 gespaard en ik krijg elke week € 5  zakgeld
regel(formule)
  • aantal weken x 5 + 30 = spaargeld

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

situatie: ik heb al € 30 gespaard en ik krijg elke week € 5 zakgeld.
regel(formule): aantal weken x 5 + 30 = spaargeld

Hoeveel € heb ik na 12 weken gespaard?


A
90
B
120
C
180
D
190

Slide 30 - Quiz

12 x 5 = 60 + 30 = 90
Opdracht: maak een regel
situatie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

                  situatie

Je werkt elke zaterdag als pizzabezorger.  
Je krijgt per bezorging € 2 en verder per dag een vast bedrag € 25,-
regel om loon te berekenen

aantal pizza's x. 2 + 50= loon

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Je werkt elke zaterdag als pizzabezorger.
Je krijgt per bezorging € 2 en per dag een vast bedrag € 25,-

Maak de regel voor loon:

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

weet je nu hoe je van een een situatie een regel/formule maakt?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

7.1 Pijlenketting
  • bij een situatie een regel in woorden maken
  • met een pijlenketting rekenen 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je deze les? Je leert...
bij een situatie een regel in woorden maken.
met een pijlenketting rekenen.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

na 3 minuten hoeveel water zit er in? 
gebruik de pijlen ketting


minuut          x3                    .....             +10           =    hoeveelheid

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

welk bedrag heb ik na ... weken


weken          x5.                    .....             +30.            =    bedrag

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
1. Exitvragen H7.1 (2 vragen)
2. doel
3. theorie
4. oefenen
5. zelf bezig

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Schrijf deze formule korter:
23 x tijdinuren + 55 = kosten

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Wat gaat voor bij onderstaande berekening?

4 x (5 + t) = b
A
Eerst 4 x 5 Dan het antwoord + t
B
Eerst 20 + t Dan het antwoord x 4
C
Eerst 5 + t Dan het antwoord x 4
D
Eerst 5 + t Dan het antwoord x 20

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Henkie maakt onderstaande
pijlenketting bij de formules: 4 x (5 + t) = b
Wat gaat er mis?

Slide 42 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf deze formule korter:
150 - aantal bakjes friet x 1,5 = vette winst

Slide 43 - Mind map

This item has no instructions

b=1004×t
Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?

Slide 44 - Mind map

This item has no instructions

Pijlenketting bij formules met haakjes
Weet je nog?

Haakjes
Machten
Wortels
Vermenigvuldigen / Delen
Optellen / Aftrekken

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan vergelijkingen
0. Schrijf de vergelijking op
1. Maak de gewone pijlenketting
2. Maak de omgek.. pijlenketting
3. Reken terug 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Zet de onderdelen in de juiste volgorde om een vergelijking op te lossen.
Maak de gewone pijlenketting.

Maak de omgekeerde 
pijlenketting.

Controleer je antwoord door in te vullen in de originele vergelijking.
Reken terug en schrijf je antwoord op.

Slide 47 - Drag question

This item has no instructions

Los onderstaande vergelijking op:

3 x k + 40 = 121

Los deze vergelijking op met de vier stappen van de stappenplan.

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Henkie gaat sparen voor een vakantiereis van €600,-
Hij heeft al €150 op zijn spaarrekening en spaart elke week (van zijn bijbaantje) €45,-. Hij gebruikt de formule hiernaast: 150 + 45 x m = b
Bij dit verhaal hoort de volgende vergelijking: 150 + 45 x w = 600
Los deze vergelijking op met de vier stappen van de stappenplan.

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Ik kan pijlenkettingen vanuit woorden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

This item has no instructions

We maken nu?
blz 9 H7 Voorkennis: V1, V3, V4  zelfstandig - vragen
          laat docent zien
samen:
blz. 10 H7.1 : 1, 3, 5, 6 en 8  samen 20 minuten


timer
15:00

Slide 51 - Slide

This item has no instructions