Les 2

4. Marketing
Marketing & organisatiekunde
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare school

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

4. Marketing
Marketing & organisatiekunde

Slide 1 - Slide

Terugkoppeling
  1. Leg marketing in eigen woorden uit. 
  2. Leg organisatiekunde in eigen woorden uit.
  3. Noem 2 dingen die je in een bedrijfsanalyse zou kunnen onderzoeken. 
  4. Wat staat er op een SWOT-analyse? 


Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Korte theorie-uitleg
  • Ondernemingsvorm bepalen
  • Uitleg vijfkrachtenmodel
  • Vijfkrachtenmodel van Porter


Slide 3 - Slide

Verschillende ondernemingsvormen

Slide 4 - Slide

Besloten Vennootschap (BV)
  • Lijkt op de nv. Alleen kan niet zomaar iedereen er aandelen van kopen. 
  • Soms heeft een bv maar één aandeelhouder. 
  • Die is dan meestal tegelijk directeur van zijn eigen bv.
  • Als een bv failliet gaat, zijn de eigenaren het geld van hun aandeel kwijt. Met hun privégeld lopen ze geen risico.

Slide 5 - Slide

Een VOF
  • VOF staat voor Vennootschap Onder Firma
  • Twee of meer mensen eigenaar
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting

Slide 6 - Slide

NV
  • De ondernemingsvorm van verschillende grote bedrijven is de nv (naamloze vennootschap). 
  • De kenmerken van een nv zijn bijna hetzelfde als van een bv.
  • Het verschil is dat iedereen aandeelhouder kan worden van een nv. 
  • De aandelen van deze bedrijven worden verhandeld op de beurs.


Slide 7 - Slide

Eenmanszaak
  • Eén persoon is de eigenaar.
  • Kan wel personeel in dienst hebben.
  • De eigenaar van de eenmanszaak in privé aansprakelijk voor de schulden van de eenmanszaak.

Slide 8 - Slide

Vijfkrachtenmodel Porter

Slide 9 - Slide

Vijfkrachtenmodel
  • Nieuwe toetreders, dreiging van nieuwe toetreders.
  • Bedrijfstak concurrenten,  rivaliteit tussen bestaande aanbieders.
  • Substituten, het gevaar van substituten.
  • Afnemers, de macht van afnemers.
  • Leveranciers, de macht van leveranciers.

Slide 10 - Slide

Afsluiting 
  • Leg in eigen woorden uit wat een nv is.
  • Leg in eigen woorden uit wat een bv is.
  • Leg in eigen woorden uit wat een eenmanszaak is.
  • Leg in eigen woorden uit wat een vof is.
  

Slide 11 - Slide

Huiswerk

Slide 12 - Slide