Hoofdstuk 2 Het incasseren van vorderingen

Procedures en Recht
docent: M. Brans
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Procedures en rechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Procedures en Recht
docent: M. Brans

Slide 1 - Slide

Agenda lesweek 4
Hoofdstuk 2

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 2
• Weet je wat een overeenkomst is 
• 
• Weet je wat verstaan wordt 
• Weet je wat verstaan wordt 
• Weet je het 

Slide 4 - Slide

Toetstermen/leerdoelen 
  • De kandidaat stelt voor een gegeven situatie  vast wat de vervolgstappen in het invorderingstraject zijn.
  • De kandidaat stelt voor een gegeven situatie vast of tot incasso kan worden overgegaan.
  • De kandidaat legt uit wat de verschillen zijn tussen een incassobureau en een (gerechts)deurwaarder.

Slide 5 - Slide

Overeenkomsten
Vereisten (wettelijk) geldige overeenkomst:
  • Wilsovereenstemming
  • Partijen zijn handelingsbekwaam
  • Overeenkomst heeft duidelijk omschreven onderwerp
  • Overeenkomst is niet in strijd met de wet, de openbare orde en de goede zeden


Slide 6 - Slide

Hoe komt een overeenkomst
tot stand?

Slide 7 - Open question



Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. 


Slide 8 - Slide

Rechtsgeldige Koopovereenkomst

Slide 9 - Slide

Wilsovereenstemming

Slide 10 - Slide

Klaas wil de scooter van Janneke kopen. Tijdens het gesprek geeft Janneke aan dat zijn nooit problemen met de scooter heeft gehad. Klaas koopt de scooter na een testritje en na 3 weken komt hij erachter dat Janneke een half jaar geleden met de scooter een ongeluk heeft gehad. Als Klaas dat had geweten, had hij de auto niet gekocht, dat wist Janneke overigens ook.
A
Bedreiging
B
Dwaling
C
Bedrog
D
Misbruik van de omstandigheden

Slide 11 - Quiz

Albert is een fanatiek hardloper. Tijdens het hardlopen op een verlaten stukje weg valt Albert en breekt hij zijn been. Toevallig komt Dennis langs in zijn BMW en biedt aan om Albert naar het ziekenhuis te brengen, dat is slechts 5 kilometer verderop! Hij wil dat alleen doen als Albert een overeenkomst tekent waarin hij Dennis 250 euro per kilometer te betalen, een totaal van 1250 euro. Albert weet van ellende niet wat te doen en tekent maar.
.
A
Bedreiging
B
Dwaling
C
Bedrog
D
Misbruik van de omstandigheden

Slide 12 - Quiz

Handelingsbekwaam
Meerderjarige natuurlijke personen (18 jaar en ouder)

Uitzonderingen:
  • Normaal aanvaardbaar in maatschappelijk verkeer
  • Getrouwden of getrouwd geweest
  • Zestienjarige mag arbeidsovereenkomst afsluiten
  • (bijna) zeventienjarige vrouw die zwanger is

Slide 13 - Slide

Mijn zoon van 14 koopt een nieuw Vespa Notte snorscooter, full options.
Is hij handelingsbekwaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Een jongen van 12 haalt voor EUR 25,00 boodschappen voor zijn ouders. Is hij handelingsbekwaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Niet in strijd met de wet

Een overeenkomst mag niet in strijd met de wet, openbare orde en zeden zijn. 
 
Handel in mensen, drugs is niet toegestaan

Slide 16 - Slide

Nietig / Vernietigbaar
Nietig: bestaat niet voor de wet en heeft ook nooit voor de
wet  bestaan

Vernietigbaar: bestaat voor de wet. Zolang de vernietigbaarheid niet wordt opgeëist, blijft de overeenkomst bestaan.

Slide 17 - Slide

Overeenkomsten
  • Overeenkomst = een afspraak tussen twee of meer natuurlijke personen of rechtspersonen waaruit voor alle partijen rechten en plichten ontstaan.
  • Overeenkomst = een contract. Voorbeelden: koopovereenkomst, huurovereenkomst, verzekeringscontract, telefoonabonnement, enz.
  • Algemene kenmerken overeenkomst:
  1. Wilsovereenstemming
  2. Verbintenissen gelden alleen voor partijen die overeenkomst gesloten hebben
  3. Criteria zijn: goede trouw van partijen, redelijkheid en billijkheid

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Lees jij de voorwaarden als je iets besteld?

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Incassobureau

Fasen incassotraject door incassobureau:
  1. Versturen nieuwe aanmaning (in vervolg op eerste aanmaning debiteurenbeheer).
  2. Versturen derde aanmaning, waarbij de debiteur de hoofdsom verhoogd met kosten voor herinnering en aanmaning binnen bijvoorbeeld 5 werkdagen moet voldoen. Tevens wordt vermeld dat hij bij niet-betaling ook rente- en incassokosten moet gaan betalen.
  3. Hierna stuurt het incassobureau een officiële ingebrekestelling per aangetekende en gewone post. De debiteur wordt gesommeerd om het factuurbedrag verhoogd met rente- en incassokosten binnen bijvoorbeeld 5 werkdagen te betalen. Tevens wordt aangekondigd dat anders wordt overgegaan tot dagvaarding.
  4. Uiteindelijk schakelt het incassobureau een gerechtsdeurwaarder in om tot dagvaarding (oproep om voor het gerecht te verschijnen) over te gaan.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Voorbeeld

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Factoring

Factoring = een factorbedrijf neemt de vorderingen van bedrijven en eventueel (een deel van) de debiteurenadministratie over.
Kenmerken van factoring:
De factor (het factorbedrijf) neemt vaak het risico van niet betalen door een klant over.
De factor onderzoekt de kredietwaardigheid van klanten.
De factor kan per klant een kredietlimiet vaststellen.
Factorfee = de vergoeding die een factorbedrijf vraagt voor het overnemen van de facturen, het kredietrisico en het debiteurenbeheer.


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Slide

Opgaven
Maken werkboek H2 opgaven 1 t/m 10
en 
30 t/m 52

Slide 36 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 1
• Je weet wat een administratieve organisatie is
• Je weet je wat bedrijfsprocessen zijn
• Je weet wat verstaan wordt onder het inkoopproces
• Je weet wat verstaan wordt onder het verkoopproces
• Je weet het financieel-administratieve proces en het betalingsproces

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide