Opdracht 1: Let de komende week eens op of je een van de rollen uit de dramadriehoek tegenkomt(in de klas of thuis of ergens anders). Het kan dat je iemand anders in een van de rollen ziet schieten (vaak is het gemakkelijker bij een ander te herkennen dan bij jezelf).
Maak een korte aantekening van de situatie.
Opdracht 2: Oefen in een samenwerkingssituatie die stroef verloopt, om zo te communiceren dat je vanuit de dramadriehoek in de winnaarsdriehoek terecht komt. Let op; dit vraagt veel oefening. Verwacht niet dat het meteen de eerste keer lukt.
Het helpt om mentaal even afstand te nemen van de situatie, zodat je beter kunt zien wat er aan de hand is.