This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Hi, 1D :)
Slide 1 - Slide
To Do
Grammatica uitleg 1
Samen maken: opdracht 8
Grammatica uitleg 2
Samen maken: opdracht 11
Zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Doel van de les
Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht.
Slide 3 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud Meervoud
we
wij
you
jullie
they
zij
I
ik
you
jij
he
hij
she
zij
it
het
Slide 4 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud Meervoud
wij
jullie
zij
ik
jij
hij
zij
het
Slide 5 - Slide
8a. Can _____ (jullie) please be quiet during the lesson?
A
She
B
You
C
It
D
We
Slide 6 - Quiz
8b. Mike loves fast food. _____ (Hij) eats it every week.
A
He
B
It
C
They
D
I
Slide 7 - Quiz
8c. I hate my phone. _____ (Het) is not working.
A
You
B
I
C
They
D
It
Slide 8 - Quiz
8d. I can't believe _____ (ik) got an A for my maths test.
A
I
B
You
C
He
D
We
Slide 9 - Quiz
8e. Look at those boys! _____ (Zij) can really dance.
A
She
B
You
C
They
D
He
Slide 10 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoorden
Enkelvoud Meervoud
our
ons / onze
your
jullie
their
hun
my
mijn
your
jouw
his
zijn
her
haar
its
van het
Slide 11 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Enkelvoud Meervoud
ons / onze
jullie
hun
mijn
jouw
zijn
haar
van het
Slide 12 - Slide
11a. They are _____ (mijn) friends.
A
his
B
my
C
her
D
its
Slide 13 - Quiz
11b. Wendy always forgets _____ (haar) lunch.
A
her
B
their
C
our
D
its
Slide 14 - Quiz
11c. We all have to bring _____ (onze) diary to school.
A
her
B
his
C
their
D
our
Slide 15 - Quiz
11d. She is eating _____ (haar) lunch in the canteen.
A
your
B
my
C
her
D
our
Slide 16 - Quiz
11e. I don't know where _____ (jouw) pencil is.
A
your
B
my
C
our
D
his
Slide 17 - Quiz
Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 1.2 - opdracht 5 t/m 11
Leren: lesson 1.2, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
lesson 1.2, grammatica
Klaar? Kijk in magister voor de klaar-opdracht.
Slide 18 - Slide
Ik heb het doel: "Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht" behaald.
Ja, ik ken het en kan het toepassen
Ja, ik ken het, maar kan het nog niet toepassen
Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen