b.1. het economisch en maatschappelijk belang van de groene sector benoemen en de positie van de sector op de wereldmarkt aangeven;
b.2. de begrippen duurzaamheid en kringloop (her)kennen, benoemen en hanteren;
b.3. gangbare technieken hanteren ten behoeve van onderhoud, reparatie, creatie en realisatie in een groene context;
b.4. gangbare gereedschappen, apparaten en materialen gebruiken en onderhouden in een groene context;
b.5. met behulp van informatiebronnen organismen of groepen van organismen op naam brengen;
b.6. onderzoeksactiviteiten verrichten en daarbij onder andere vergelijken, meten en wegen, resultaten verwerken en beargumenteerde keuzes maken;
b.7. meerdere oplossingen en variaties bedenken voor een ontwerp of een probleem en daarbij verschillende denkstrategieën gebruiken