Periode 2 lección 1

Tekst
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Tekst

Slide 1 - Slide

STARTKLAAR
We starten in 3 minuten.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Altijd vinger opsteken!!!

Slide 4 - Slide

Periode 2 Programma
  • Spreekvaardigheid
  •  Thema: Describir Imágenes
  • Inleverdatum: 19 maart
  • Unidad 3: Grammatica A en C
  • Presente Perfecto en Complemento directo
  • Unidad 4: Imperfecto (regelmatige werkwoorden).
  • Verkorte woordenlijst hfdst 3 en 4
  • Toets inzage:  30 minuten- alleen potlood op tafel.

Slide 5 - Slide

Leerdoel
  • Je kan het hulpwerkwoord HABER vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Je kan de uitgangen van het voltooid deelwoord herkennen en toepassen in simpele zinnen.

Slide 6 - Slide

Presente Perfecto
  • De presente perfecto wordt gebruikt voor gebeurtenissen die door de spreker in verband worden gebracht met het heden. 
  • Dit verband kun je vaak zien aan signaalwoorden die duidelijk maken dat het tijdvak waarin de gebeurtenis heeft plaatsgevonden, nog niet is afgelopen.

Slide 7 - Slide

El Presente Perfecto

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Tekstboek
p.42
Bij deze opdrachten gaan wij gezamenlijk maken tijdens de les.

  • Opdracht 1, pagina 42
  • Opdracht 2, pagina 42
  • Opdracht 3, pagina 42 

Slide 11 - Slide

Opdracht 1
1. ¿Qué ha hecho Nani?
 (Wat heeft Nani gedaan?)

2.¿Por qué dice que ha tocado el cielo? 
(Waarom zegt men dat zij de lucht heeft aangeraakt?

3. ¿Crees que la actividad ha sido fácil o difícil para ella? 
(Denk jij dat de activiteit makkelijk of moeilijk voor haar was.


Slide 12 - Slide

Opdracht 2
  • Vul de tabel in, pagina 42
  • Schrijf de voltooid tegenwoordige tijd uit de tekst.
  •  Schrijf het hele werkwoord in de kolom.
  • En tot welke persoonsvorm behoort de uitwerking?
Bijvoorbeeld:


Slide 13 - Slide

Opdracht 3 pagina 42
Spreekvaardigheid
Stel de vraag aan je buurman of buurvrouw, wat heb jij de laatste tijden gedaan?

De ene vraagt de ander: ¿Qué has hecho hoy? Qué has hecho ultimamente?

Bijvoorbeeld:

Simon vraagt aan de buurman- ¿Qué has hecho ultimamente?
Buurman beantwoord- Esta mañana (ik-vorm) he salido tremprano de casa.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Werkboek
pagina 48
Opdracht 1

  • Maak de sudoku af
  • Gebruik Haber vervoeging in de tegenwoordige tijd.
  • Gebruik pagina 102 t/ 105 van je tekstboek of pagina 48 onderdeel A.

Slide 16 - Slide

Werkboek
p.48
  • Je gaat opdracht 6 en 7 maken.
  • Leer de voltooiddeelwoord in het Spaans.
  • Na de vakantie zal ik opnieuw herhalen wat je nog van weet.

Slide 17 - Slide

He viajdo

Hemos comido

Han desayunado

Has bailado

Ha dicho

Habéis dormido

jij-vorm


Ik-vorm

Wij-vorm

Jullie-vorm

Hij/zij/u-vorm

Zij-vorm (meervoud)

Slide 18 - Drag question

Ik begrijp dit:
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Slide