Begrippen 1.1

Coalitie
Politieke partijen die samen de regering vormen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Coalitie
Politieke partijen die samen de regering vormen.

Slide 1 - Slide

Onschendbaar
Koning is niet verantwoortelijk voor zijn ( politieke ) uitspraken.

Slide 2 - Slide

Oppositie
Politieke partijen die niet tot de coalitie behoren.

Slide 3 - Slide

Klassieke grondrechten
Vrijheidsrechten die de burger beschermen tegen de overheid.

Slide 4 - Slide

Parlementaire democretie
Democratie met gekozen volksvertegenwoordigers.

Slide 5 - Slide

Koning Wilhelm II (1792-1849)
Koning der NL van 1840-1848. Hij liet Thorbecke de grondwet wijzigen, waardoor ons land een parlament democratie werd.

Slide 6 - Slide

Koning Wilhelm III (1849-1890)
Koning der Nederlanden van 1849 tot 1890.


Slide 7 - Slide

Johan R. Thorbecke (1798-1872)
Liberale politicus. Hij schreef de grondwetsherziening van 1848.

Slide 8 - Slide

Regering
De koning en de ministers. De regering heeft de uitvoerende macht.

Slide 9 - Slide

Constitutionele monarchie
Nederland heeft een Koninghuis dat gebonden is aan de grondwet ( constitutie ).

Slide 10 - Slide

Ministriële verantwoordelijkheid
De ministers zijn verantwoordelijkheid voor de (politieke)
daden en uitspraken van de Koning.

Slide 11 - Slide

Parlament
De eerste en de Tweede Kamer samen, ook wel Staten-Generaal. Het parlament heeft de wetgevende macht.

Slide 12 - Slide

Liberalen 
Politieke groep die vindt dat ieder mens zo veel mogelijk vrijheid moet hebben. De overheid moet zich daarom zo weinig mogelijk met de samenleving en de economie bemoeien.

Slide 13 - Slide

Grondwet
Belangrijkste wet van een land. Hierin staat hoe het land bestuurd woord en wat de rechten van de burgers van de\at land zijn.

Slide 14 - Slide

Industrialisatie
Overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines . Er komen fabrieken en veel mensen die tot die tijd in de landbouw werkten, worden fabrieksarbeider.

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Deze wassen alle begrippen van 1.1 !
Deze moeten jullie allemaal kennen.

Slide 16 - Slide