3.2 Het Christendom in Europa

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Waardoor verloren de vorsten de controle over het feodale stelsel?

1. De achterleenmannen kwamen in opstand.
2. Verhouding leenheer en leenman steeds minder persoonlijk.
3. De leenmannen begonnen hun eigen feodale stelsel.
4. De pest.

In de vroege Middeleeuwen veranderde de agrarisch-urbane samenleving in een zelfvoorzienende agrarische cultuur.
Welke verschillende soorten boeren waren er?

1. Vroonboeren, lijfeigenen en horigen.
2. Er waren helemaal geen boeren.
3. Vrije boeren, lijfeigenen en horigen.
4. Pachtboeren, slaven en horigen.

3.2 Het christendom in Europa

Kenmerkend aspect van de les

9. De verspreiding van het Christendom in geheel Europa

Twee zwaardenleer

•  Tegenover de geestelijke macht heb je de wereldlijke macht: de keizers, de koningen en de adel.
  
•  Zij bepalen het bestuur en de rechtspraak.
  
• Volgens Paus Gelasius I (492-496) is de macht verdeeld.
  
• Geen bemoeienis.

Verval en groei

• Buiten de Romeinse steden was het Christendom niet diep geworteld.
• Na de val: Germaanse goden.
• Arianisme.
• 496: Clovis laat zich dopen.
• Volk heeft hetzelfde geloof.

Het Christendom groeit vanaf 500 n. Chr.

Verspreiding

• Missionarissen uit Engeland komen kerstenen.
• De status van de Paus.
• Bonifatius en Willibrord.
• Hulp van de vorsten.
• Goede organisatie.

Tegenvallers 

• Pas na het jaar 1000 n. Chr. heel West-Europa Christelijk.
• Veel invallen van Noormannen, Moslims en Hongaren.
  
• In 1054 komt het grote schisma in de kerk.