1. profecta est - zij (!) is vertrokken
2. loquuntur - zij praten, spreken
3. mirabaris - jij bewonderde / verbaasde je
4. usus esse - te hebben gebruikt
5. functi eramus - wij hadden verricht
6. sequerer - ik volgde (conj. imperf.)
7. regrediens - terugkerend (toch actief ppa!)
8. hortabimini - jullie zullen aansporen