Aan het einde van de les -weet je hoe dieren ingedeeld kunnen worden en ken je de begrippen symetrie en skelet - kun je de 7 stammen benoemen en hier kenmerken van geven
Slide 2 - Slide
symetrie en skelet
- symetrisch, veelzijdig symetrisch of niet symetrisch
-inwendig, uitwendig of geen skelet
Slide 3 - Slide
Gewervelden
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- inwendig skelet
1: vissen
2: reptielen
3: amfibiën
4: vogels
5: zoogdieren
Slide 4 - Slide
holtedieren
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Slide 5 - Slide
Weekdieren
Kenmerken:
- Tweezijdig symetrisch
- Meestal een schelp of huisje
als skelet
Inktvis
Naaktslak
Mossel
Slide 6 - Slide
Geleedpotigen
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- het skelet is een pantser
1 insecten
2 spinachtigen
3 kreeftachtigen (10 poten)
4 veelpotigen
Insect
6 poten
1
Spinachtigen
8 poten
2
Kreeftachtigen
10 poten
3
Veel potigen
veel poten (meer dan 10)
4
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Sponzen
Kenmerken:
- niet symetrisch
- skelet van stevige hoornstof
tussen de cellen
- zitten meestal vast op de
bodem van de zee
Slide 9 - Slide
Stekelhuidigen
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- inwendig skelet (kalk)
- de huid is bedekt met stekels
of knobbels
- leeft op debodem van de zee
Zee-egel
Zeester
Zeekomkommer
Slide 10 - Slide
Wormen
tweezijdig symmetrisch
geen skelet
lichaam is lang en dun
Slide 11 - Slide
Maken opdracht 56 t/m 69
Je hebt deze les + een deel van de volgende les hier tijd voor