paragraaf 8.1 + 8.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Wat weet je al?

Wat ga je deze les leren?

Uitleg

Zelfstandig werken

Wat heb je geleerd?

Huiswerk

Meten

Aan het einde van deze les:

-ken je het verschil tussen eenheden en grootheden

-kun je rekenen met de eenheden van lengte

Grootheden - Eenheden

Wat kun je allemaal meten? 

1

Wat je kunt meten noem je grootheden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: het gewicht van een tros bananen, jouw lengte op de oppervlakte van het voetbalveld. 

2

Het gewicht van bananen weeg je kilogram, dit is een eenheid van gewicht.

Jouw lengte meet je in meters, dit is een eenheid van lengte.

De oppervlakte van het voetbalveld meten we in vierkante meters, dit is een eenheid van oppervlakte. 

3

Mika weegt 55 .....

Centimeter

1. Grootheid
2. Eenheid

Van Utrecht naar Amsterdam is 52 ....

Wat is ongeveer 1 mm dik?

Snelheid

1. Grootheid
2. Eenheid

Wat is ongeveer 3 meter hoog?

Wat is het rijtje van eenheden van lengte?

Van km naar mm = per stap x10

Van mm naar km = per stap :10

8km = ..... m

2407,6 mm = ..... dm

Dit voetbalveld is 70 meter bij 100 meter.

Hoeveel meter moet je lopen als je een rondje om het veld moet lopen?

1

Hoeveel je om het veld moet lopen rekenen je zo uit:

70 m + 100 m + 70 m + 100 m = 340 meter

Dit noem je de omtrek

2

Maak opdrachten 2, 3, 4, 6, 7, 9, 14, 15, 16, 18, 19, 20 en 21

de eerste 10 minuten werk je in stilte

Klaar?

Kijk alles na en maak opdrachten 24 t/m 26

Wat is een grootheid?

1. Inhoud
2. Liter

Wat is het rijtje van eenheden van lengte?

6,2 dm = ...... mm

Huiswerk

Volgende les af:

Maak opdrachten 2, 3, 4, 6, 7, 9, 14, 15, 16, 18, 19, 20 en 21