Poezie les 1

Poezie les 1
Rijm
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Poezie les 1
Rijm

Slide 1 - Slide

De opdracht
Je gaat zelf een poëziebloemlezing samenstellen: een bundel die bestaat uit twaalf gedichten. De gedichten die je uitkiest moeten van verschillende dichters zijn: je mag maximaal drie gedichten uitkiezen van één dichter. Zorg dat er minstens één gedicht tussen zit uit een bundel van voor 1880. Eén van de twaalf gedichten mag een songtekst zijn, en eén gedicht mag een gedicht zijn dat je zelf hebt geschreven. Twee gedichten ga je ook analyseren.

Slide 2 - Slide

Rijm
rijm = de gelijkheid van klank (i.v.m. het ritme of de klemtoon) in verzen of versgroepen.

Slide 3 - Slide

Binnenrijm
Binnenrijm = rijmende woorden die in dezelfde regel staan 

vracht ... weggebracht

Slide 4 - Slide

Eindrijm
Eindrijm = rijmende woorden aan het eind van regels 

Slide 5 - Slide

Rijmschema
Rijmschema = manier om een bepaald patroon van eindrijm weer te geven. De eerste rijmklank krijgt de letter a, de tweede b, enz.


Slide 6 - Slide

Gepaard rijm
Gepaard rijm = telkens twee regels rijmen op elkaar (aabb)

Slide 7 - Slide

Gekruist rijm
Gekruist rijm = de regels rijmen om en om op elkaar (abab)

Slide 8 - Slide

Omarmend rijm
Omarmend rijm = regel 1 en regel 4 rijmen op elkaar, daartussen rijmen regel 2 en regel 3 op elkaar (abba)

Slide 9 - Slide

Combinatie
Hiernaast zie je een combinatie van rijmsoorten: omarmend rijm en verspringend rijm

Verspringend rijm = regel 1 en regel 4, regel 2 en regel 5, regel 3 en regel 6 rijmen op elkaar (abcabc)

Slide 10 - Slide

Slagrijm
Slagrijm = alle regels rijmen (aaaa)

Slide 11 - Slide

Gebroken rijm
gebroken rijm = rijm waarbij een nieuwe rijmklank de symmetrie doorbreekt (abac - abcb)

Slide 12 - Slide

Drie soorten volrijm
Mannelijk rijm = als er een beklemtoonde lettergreep rijmt: 
kok - stok, rein - zijn
Vrouwelijk rijm = als er na de beklemtoonde lettergreep nog een onbeklemtoonde lettergreep volgt: 
lopen - hopen, dieren - mieren
Glijdend rijm = als er na de beklemtoonde rijmende lettergreep nog twee onbeklemtoonde lettergrepen volgen: 
kinderen - hinderen

Slide 13 - Slide

Halfrijm = alleen de klinkers of medeklinkers rijmen
Twee soorten halfrijm: 
Assonantie = alleen de klinker in een lettergreep rijmt en de betreffende lettergreep heeft klemtoon. Let op: het gaat om de klank en niet om hoe je het schrijft: spreek de woorden dus goed uit. De klanken moeten wel dicht bij elkaar staan: de volgende klank moet binnen de lengte van de versregel volgen.
nog ... donker ... nog 

Slide 14 - Slide

Twee soorten halfrijm
Alliteratie: de beginmedeklinkers van woorden rijmen en de eerste lettergreep van het woord heeft klemtoon. 

vroege ... vracht

Slide 15 - Slide

Opdracht
Analyseer in tweetallen het gedicht van Tim Hofman: 
Brief aan de vakbond voor monster

Pas de theorie uit deze les toe.

Slide 16 - Slide