NvJ - Dag 4

Kort en simpel
Probeer uit te leggen over welk woord het gaat. 
Het beste is dat de anderen het zo snel mogelijk kunnen raden. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kort en simpel
Probeer uit te leggen over welk woord het gaat. 
Het beste is dat de anderen het zo snel mogelijk kunnen raden. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

5 jaar geleden werd prins Filip koning der Belgen
Welke andere benamingen heb je gehoord?
 vorst
staatshoofd

Slide 5 - Slide

Welke woorden hebben jullie opgeschreven?
de begrotingsbesprekingen                         de vergadering
een goed evenwicht                                  de betrokkenheid
oppervlakkig                                         de gewoonte
invalshoeken                                   het bezoek - bezoeken      
ere-voorzitster                                   de zelfmoord

Slide 6 - Slide

Waarom mochten ze nu wel filmen bij de koning?
oppervlakkig                      toegankelijk

Slide 7 - Slide

Wie hebben jullie allemaal gezien?

Slide 8 - Slide

Welk thema ligt de koning nauw aan het hart?
hoge zelfmoordcijfers
mensen die zelfmoord plegen
hulplijn: meer vrijwilligers aanmoedigen

Slide 9 - Slide

Wat is het Huizeke?
Voor wie? Voor kansarme ouders en hun kinderen
Voor wat? Voor een babbel en praktische hulp

Slide 10 - Slide

Noem een aantal adjectieven die bij Koning Filip passen.
toegankelijk - actief - doordacht - betrokken 

Slide 11 - Slide

De koning en zijn gezin zijn tweetalig. Wat is jullie opgevallen tijdens de reportage?

Slide 12 - Slide

TIP om talen te leren
Plan je oefentraject:
Je wil Nederlands oefenen. Maar hoe zorg je ervoor dat je gemotiveerd blijft en niet opgeeft na enkele weken?

Stap 2: Denk na over je netwerk. Waar, wanneer, met wie … kan je de andere taal spreken, horen, lezen … ? 
Kijk eens rond! Er zijn veel meer mogelijkheden dan je denkt.

Slide 13 - Slide

Je netwerk
Kijk goed rond je heen: er zijn veel meer mogelijkheden dan je denkt om de andere taal te leren. Met je collega’s of je Patati, op het Internet, via sociale media’s en met je smartphone, in de trein, de auto, tijdens de lunch of de koffiepauze, aan de telefoon, tijdens vergaderingen…

In de bolletjes noteer met wie, waar, wanneer en met welke instrumenten je de andere taal kan leren.

Slide 14 - Slide