Theorie schoolweek 16 start 'emancipatie'

Schoolweek 16
Onderwerp;

De betekenis van dagbesteding voor de cliënt
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schoolweek 16
Onderwerp;

De betekenis van dagbesteding voor de cliënt

Slide 1 - Slide

Hoe ziet deze les er uit?
  • 15 dia's informatie en vragen
  • 5 dia's met de inhoud van een opdracht (in groepsverband zelfstandig werken)
  • 1 dia met de uitwerking (klassikaal) van de opdracht en 
  • 1 dia evaluatie van deze les

Slide 2 - Slide

Even terug..
Tijdens de vorige lessen zijn er allerlei onderwerpen voorbij gekomen. Maar welke waren dat ook al weer??

Slide 3 - Slide

Wat is dagbesteding?
A
Dagbesteding is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden.
B
Dagbesteding is een doelgerichte, persoonlijke manier van dag indeling.
C
Dagbesteding is een zingevende, gestructureerde invulling van de dag, waarbij een doel niet belangrijk is.
D
Dagbesteding is werken en leren.

Slide 4 - Quiz

Elk mens besteedt zijn dag op zijn eigen wijze en naar zijn mogelijkheden. Daarbij speelt ook de.........................een rol.
Wat hoort er op de stippellijn?

A
Sociale contacten
B
Partner
C
Omgeving
D
Zorg

Slide 5 - Quiz

Vier aspecten!
In de voorgaande les werd gesproken over 4 aspecten, die belangrijk waren m.b.t het thema 'dagbesteding'.
Over welke 4 aspecten hebben wij het?
Zet ze in de volgende mindmap. 
Je geeft altijd vier antwoorden!
Na de dia van de mindmap, vindt je de juiste antwoorden!

Slide 6 - Slide

Vier aspecten;

Slide 7 - Mind map

Vier aspecten;
Bij dagbesteding spelen vier aspecten een rol:

  • de persoon die aan de dagbesteding meedoet

  • de aard van de dagbesteding zelf

  • de omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt

  • de waarde van de dagbesteding

Slide 8 - Slide

Welke taken kun je jouw cliënten bijvoorbeeld aanleren? Verschillende zaken moet je daarbij in het oog houden. Welke waren dit?

Slide 9 - Open question

'Werken is een steeds belangrijker onderdeel van dagbesteding'!

Welke van de onderstaande, hoort er NIET bij
A
leer je jezelf beter kennen
B
voldoe je aan een maatschappelijke behoefte
C
is er een uitdaging om gebruik te maken van je capaciteiten
D
is er sprake van een bepaalde lichamelijke en geestelijke inspanning

Slide 10 - Quiz

 De psycholoog Abraham Maslow heeft uitgedacht hoe je menselijke behoeften in beeld kunt brengen. Hij doet dit met zijn behoeftepiramide. 
Maslow gaat uit van de gedachte dat een mens in zijn ontwikkeling steeds verder komt.
In zijn streven naar zelfrealisatie boort een mens telkens nieuwe lagen aan

Slide 11 - Slide

De eerste laag vormt de basis van de piramide.
Wat is de eerste laag?
Welke basale levensbehoefte bedoelt Maslow?

Slide 12 - Open question

Waar staat de afkorting Wmo voor?
A
Wet medische ondersteuning
B
Wettelijke medische ondersteuning
C
Wettelijke maatschappelijke ondersteuning
D
Wet maatschappelijke ondersteuning

Slide 13 - Quiz

Als beroepskracht maatschappelijke zorg werk je vanuit het motto ‘niet zorgen voor, maar zorgen dat’.
Wat wordt hiermee bedoelt?

Slide 14 - Open question

Evaluatie!
Nu even wat anders;
Wie had er moeite om de juiste antwoorden te geven? 
Wie vond het moeilijker als dat hij/zij gedacht had?
Wie vond het makkelijk en wist nog heel veel?

Slide 15 - Slide

Start volgende onderwerp;
Als ik zeg 'emancipatie', 'sociale inclusie', 'ontwikkelingsfasen en ervaring', 'behoeften' of 'zin en zingeving'.....
Waar denk je dan aan? 
Weet je wat het precies betekent?
En welke verband is er tussen al deze onderwerpen en maatschappelijke zorg?


Slide 16 - Slide

Opdracht;
  • De docent verdeeld de klas in groepjes van 3 
(anders 2, mocht het qua telling niet uitkomen)
  • Voor deze opdracht heb je 20 minuten de tijd om het gezamenlijk te maken
  • Op de volgende dia's staat de opdracht uitgewerkt

Slide 17 - Slide

Inhoud opdracht;
Elke groepje krijgt een onderwerp. De onderwerpen zijn;

  1. emancipatie
  2. sociale inclusie
  3. ontwikkelingsfasen en ervaring
  4. behoeften
  5. zin en zingeving

Slide 18 - Slide

Inhoud opdracht;
Elk groepje maakt een brochure in Word. 
Klaar? Dan gaat elke groepje deze presenteren voor de klas.
De brochure is creatief samengesteld en bevat de volgende informatie;
(zie volgende dia)

Slide 19 - Slide

Inhoud opdracht;
De brochure bevat de volgende informatie;
  • Wat is het, wat betekent het?
  • Wat is het verband tussen het onderwerp en de beroepskracht maatschappelijke zorg?
  • Noem een voorbeeld/situatie waarin je het onderwerp en de beroepskracht beschrijft

Slide 20 - Slide

Evaluatie!!
Elke groep beantwoord klassikaal de onderstaande vragen;
  • Hoe vinden jullie het eindresultaat geworden?
  • Bevat het alle informatie die gevraagd is?
  • Hoe verliep de samenwerking?
  • Werkte ieder groepslid goed mee en heeft ieder groepslid voldoende aanwezigheid getoond?
  • Geef ieder groepslid een TIP en een TOP
  • Geef ieder groepslid positieve en negatieve feedback

Slide 21 - Slide