8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

H8 Ontwikkelingslanden


§ 8.1 Verschillen in de welvaart.
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8 Ontwikkelingslanden


§ 8.1 Verschillen in de welvaart.
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

Slide 1 - Slide

Huiswerk: vragen?
In deze les leer je:
- verschillende vormen van ontwikkelings-
   samenwerking;
- waar en hoe ontwikkelingslanden geld 
   kunnen lenen;
- wat een microkrediet is;
- over grondstoffenovereenkomsten en 
   buffervoorraden.


GOAL!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

- Noodhulp en structurele hulp





- Ongebonden en gebonden hulp
om rampen te voorkomen (korte termijn)
zodat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden (lange termijn)
geld vrij te besteden
geld weer uitgeven aan het donerende land
Ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Maken: opgave 1 , 6 en 9 (blz. 242)

Slide 7 - Slide

Opgave 1 (blz. 242)
a  

Slide 8 - Slide

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  

Slide 9 - Slide

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  Medische zorg, water en voedsel (noodhulp).

 

Slide 10 - Slide

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  Medische zorg, water en voedsel (noodhulp).

Met de zaden en het gereedschap kunnen de mensen zelf voedsel 
    verbouwen. Daardoor kunnen ze (later) in hun eigen behoeften voorzien 
    en worden ze minder afhankelijk van hulp (structurele hulp).

Slide 11 - Slide

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
6

Slide 12 - Slide

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
Rente:  € 950 miljoen ÷ 100 × 2,5 = $ 23,75 miljoen
     Aflossing: $ 40 miljoen – $ 23,75 miljoen  = $ 16,25 miljoen
                                                                                            = $ 16.250.000
9  

Slide 13 - Slide

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
Rente:  € 950 miljoen ÷ 100 × 2,5 = $ 23,75 miljoen
     Aflossing: $ 40 miljoen – $ 23,75 miljoen  = $ 16,25 miljoen
                                                                                            = $ 16.250.000
Ze lost de lening af in € 50 ÷ € 1,25 = 40 weken
     Kredietkosten: 40 weken × € 0,15 = € 6

Slide 14 - Slide

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
Rente:  € 950 miljoen ÷ 100 × 2,5 = $ 23,75 miljoen
     Aflossing: $ 40 miljoen – $ 23,75 miljoen  = $ 16,25 miljoen
                                                                                            = $ 16.250.000
Ze lost de lening af in € 50 ÷ € 1,25 = 40 weken
     Kredietkosten: 40 weken × € 0,15 = € 6

Hoeveel zijn de kredietkosten in % van de lening
(6 ÷ 50) × 100% = 12%

Slide 15 - Slide

Wereldbank en IMF 
Internationaal 
Monetair Fonds
Ontwikkelingslanden kunnen hier geld lenen tegen gunstige voorwaarden, bijv. een lage rente of langere terugbetalingstermijn

Slide 16 - Slide

Microkrediet
= een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemers die niet kunnen lenen bij grote banken of fondsen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

= afspraken tussen landen met als doel de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.





   Grondstoffenovereenkomst
Welke?
koper en tin
Hoe?
buffervoorraden (zie § 8.2) of minimumprijzen

Slide 19 - Slide

= afspraken tussen landen met als doel de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.


Reden: wisselende prijzen zijn niet alleen nadelig voor de exporterende landen, maar ook 
voor de importerende landen!


   Grondstoffenovereenkomst
Welke?
koper en tin
Hoe?
buffervoorraden (zie § 8.2) of minimumprijzen
Waarom?
wisselende kosten (inkoopprijzen)

Slide 20 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Slide

Het geven van voedsel na een overstroming is een voorbeeld van ...
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 22 - Quiz

Wat is het doel van structurele hulp?

Slide 23 - Open question

Het opleiden van de plaatselijke bevolking is een voorbeeld van ...
A
ongebonden hulp
B
gebonden hulp
C
noodhulp
D
structurele hulp

Slide 24 - Quiz


Wat zijn microkredieten?
A
Kleine geldbedragen geven aan ontwikkelingshulp
B
Kleine leningen voor kleine bedrijven
C
Kleine bedrijven opzetten in ontwikkelingslanden
D
Kleine bedrijven opkopen door multinationals

Slide 25 - Quiz

Waarom sluiten landen grondstoffenovereenkomsten?
A
Om de natuur te beschermen
B
Om de vraag te beïnvloeden
C
Om kartelvorming te bevorderen
D
Om de prijs stabiel te houden

Slide 26 - Quiz

Aan het werk
Maken: § 8.3
opg. 2 t/m 5, 7 en 8, 
10 t/m 13 (blz. 242)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video