TaalCompleet A2 les 3.11

• NT2
• ISK

TaalCompleet A2 les 3.11

* Je kan standaardbrieven begrijpen van school van de kinderen over: sportdag, excursie, schoolreisje, ouderavond.

* Je kan een korte notitie in een agenda schrijven (privé-afspraken).

* Je kan specifieke informatie begrijpen in brochures

nieuwe woorden

voorbij                    het spelletje

genoten                 het bos

de reis                     voorbereiden

de juf                       het personeel

de website            veranderen

de cultuur              de meester

het resultaat         in plaats van

94. Lees de tekst nog een keer **
Waar is groep 5 met schoolreis naartoe geweest?

1. naar de dierentuin
2. naar het eiland Texel
3. naar het museum over Anne Frank

94. Lees de tekst nog een keer **
2. Aan welk thema werken groep 1 en 2?

1. aan 'de wereld'
2. aan 'de tweede wereldoorlog'
3. aan 'andere culturen'

94. Lees de tekst nog een keer **
3. Wat gaan de kinderen op hun laatste schooldag doen?

1. Ze maken het lokaal schoon.
2. Ze gaan op schoolreis.
3. Ze gaan met elkaar eten.

94. Lees de tekst nog een keer **
4. Wanneer is de schoonmaakavond?

1. 28 juni
2. 1 juli
3. 30 juni

94. Lees de tekst nog een keer **
5. Aan welke groep gaat Frank Smits lesgeven?

1. aan groep 1
2. aan groep 4
3. Dat staat niet in de tekst

94. Lees de tekst nog een keer **
6. Een moeder wil kinderen helpen met lezen. Wat moet ze doen?

1. meester Arie mailen
2. naar de ouderavond gaan
3. na de zomervakantie naar school gaan

Werkblad 3.11* Wat schrijf je in de agenda?

Wat schrijf je in je agenda?
1.

1. 26 maart: kledingbeurs, kleding voor kinderen
2. 26 maart: 10.00-12.00 uur kledingbeurs (Buurtcentrum De Roos)

Wat schrijf je in je agenda?
2.

1. 27 mei: 10.00 uur wandelen (Breestraat 1, Amersfoort)
2. 27 mei: 10.00 uur wandeling over de geschiedenis met thee en koffie, € 3,- Amersfoort

98. Schrijf het meervoud
2. de meester

98. Schrijf het meervoud
3. het bos

98. Schrijf het meervoud
4. de cultuur

98. Schrijf het meervoud
5. de reis

98. Schrijf het meervoud
6. de juf

98. Schrijf het meervoud
7. het spelletje

98. Schrijf het meervoud
8. het resultaat

Opdracht 99. Wat hoor je?

Luister naar de docent en schrijf de woorden in je boek.

Dictee 1.

Dictee 2.

Dictee 3.

Dictee 4.

Dictee 5.

Dictee 6.

Dictee 7.

Dictee 8.