Thema 4 Voortplanting en Seksualiteit

Thema 4 Voortplanting en Seksualiteit
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Thema 4 Voortplanting en Seksualiteit

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Gedragsverwachtingen
Doel
Vorige les
Voorkennis
Uitleg
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Gedragsverwachtingen
- Ik ben stil als er iemand anders aan het praten is in de klas.
- Ik let op mijn taalgebruik.
- We blijven van een ander af.
- We blijven van de spullen van iemand anders af.
- Ik volg de instructie op die de docent mij geeft.
-Ik steek mijn vinger op wanneer ik iets wil vragen en wacht tot de docent mij aan het woord laat.
- Ik blijf rustig op mijn kruk of stoel zitten en ga niet lopen door de klas.
- Ik laat andere leerlingen in hun waarde.
- Ik ga respectvol om met mijn omgeving en de materialen.
- Aan het einde van de les ruim ik alles netjes op.

Slide 3 - Slide

Les doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren van een man en vrouw. 

Slide 4 - Slide

voortplanting

Slide 5 - Mind map

Voortplantingsstelsel
Alle organen die een rol spelen bij de voortplanting 

Slide 6 - Slide

Geslachtsorganen

organen die ervoor zorgen dat mensen zich kunnen voortplanten




Slide 7 - Slide

Geslacht (sekse)
Lichamelijke geslachtskenmerken, bijvoorbeeld penis of vulva

Slide 8 - Slide

Geslachtskenmerk
Lichamelijk kenmerk waaraan je een geslacht herkent  

Slide 9 - Slide

De geslachtskenmerken
De primaire geslachtskenmerken die je bij de geboorte al hebt, heten primaire geslachtskenmerken. De primaire geslachtskenmerken kun je deels aan de buitenkant zien.

Slide 10 - Slide

Jongens
• Een jongen herken je aan zijn penis en zijn balzak.

Slide 11 - Slide

Meisje
 Een meisje herken je aan haar vulva (vulvalippen, clitoriseikel en opening van de vagina).  

Slide 12 - Slide

Intersekse
Soms kun je aan de buitenkant niet meteen zien of de baby een jongen of een meisje is. De baby heeft dan mannelijke en vrouwelijke kenmerken. Dit noem je intersekse.

 
Bij intersekse kunnen geslachtskenmerken van beide geslachten aanwezig zijn. De geslachtskenmerken kunnen er ook anders uitzien dan mensen verwachten bij een jongen of meisje. Het kan ook zijn dat iemand er in de puberteit pas achter komt intersekse te zijn. Het lichaam verandert dan anders dan verwacht.

Intersekse personen zijn niet ongezond. Ze voelen zich vaak gewoon man of vrouw. In Nederland wordt er gemiddeld één keer per week een intersekse baby geboren. Intersekse is een voorbeeld van hoe ieder lichaam anders kan zijn.

Slide 13 - Slide

Primaire geslachtskenmerken

Slide 14 - Slide

Voorplantingsorganen van man en vrouw
Jongens:
Voortplantingsorgaan penis van de man dat bestaat uit zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid. 
Meisjes:
De voortplantingsorganen van een meisje is de vulva
vulvalippen, clitoriseikel en opening van de vagina. 

Slide 15 - Slide

Alle uitwendige organen bij elkaar
Clitoris: orgaan dat gevoelig is voor prikkels die een fijn gevoel geven.
Clitoriseikel: gevoelig ‘knopje’ van de clitoris.
Clitorishoed: huidplooi om de clitoriseikel.
Binnenste vulvalippen: dunne, gladde huidplooien die onder de clitoris samenkomen.
Buitenste vulvalippen: behaarde huidplooien om de binnenste vulvalippen.
Eikel: top van de penis die erg gevoelig is.
Voorhuid: dunne huidplooi die de eikel bedekt.
Balzak: huidplooi waar een teelbal en bijbal in ligt . De huid van de balzak kan gerimpeld of glad zijn. Er kan haar op groeien of juist niet.







Slide 16 - Slide

Alle inwendige organen
Baarmoeder: orgaan waar een bevruchte eicel zich ontwikkelt tot een kind
Eileider: buis die een eicel vervoert naar de baarmoeder
Eierstok: orgaan waar eicellen zich ontwikkelen
Vagina: opening die de vulva verbindt met de baarmoeder; een soort tunnel naar de baarmoeder
Maagdenvlies: randje weefsel aan het begin van de vagina
Zwellichaam: orgaan dat zich vult met bloed bij seksuele opwinding
Teelbal: orgaan dat zaadcellen maakt
Bijbal: orgaan waar zaadcellen worden opgeslagen
Zaadleider: buis die zaadcellen vervoert
Urinebuis: Vervoert urine naar buiten het lichaam 









Slide 17 - Slide

Geslachtsorgaan van een  vrouw

Slide 18 - Slide

Geslachtsorgaan van een man

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken 
Blz. 8 t/m 17
Opdracht 1 t/m 8
timer
30:00

Slide 20 - Slide

Les afsluiten
Les doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les?
wat ging er goed tijdens het werken?
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 21 - Slide