01 - V11- On y va - A+B

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour 🤗

Qu'est-ce qu'on va faire? (Wat gaan we doen?)

-> hoe zit het boek in elkaar?

-> bienvenue bij het vak Frans (G)

-> chapitre 0 bron A+B (R)

Buts (doelen) wat ga je leren?

• vertellen hoe je heet
• woorden die te maken hebben met Frans in de klas

🍀

Bonjour!

Ça va?

je m'appelle Alexandra

je suis prof de français

j'habite à Doorn

et toi?

comment tu t'appelles?

splitsing VT11 en VT21 - 11:30 - 12:20

• eerste helft van de les VT11 -> VT21 maakt weektaak
• tweede helft van de les VT21 en VT11 maakt weektaak

welke Franse woorden ken je al?

les frites

les toilettes

la tente

la terrasse

la guitare

la caravane

le foot

le camping

la salade

1 -> exercice 2a page 8

2 -> exercice 2b page 9

fais l'exercice (maak opdracht) 2c page 9

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/048a8ee6-2d5f-48fd-b415-ab8de7dfbbb0/contentUnit/7c7201ae-ed74-4286-9e51-874e9202fa61

c'est français?

1. oui
2. non
3. je ne sais pas

c'est français?

1. non
2. je ne sais pas
3. oui

c'est français?

c'est français?

1. non
3. je ne sais pas
4. oui

exercice 3a page 9

écoute (luister). Zeg de zinnen na.

exercice 3c

voer een gesprek met jouw buurman/vrouw

Au revoir!

Très bien.

Comment tu t'appelles?

Bonjour.

Je m'appelle....

Ça va?

exercice 3b page 9

checkvragen voor jezelf

ik kan vertellen hoe ik heet

1. oui
2. non

checkvragen voor jezelf

ik ken woorden die te maken hebben met Frans in de klas

1. non
2. oui

Kijk bovenaan pagina 10.

Wat lees je daar? Wat betekent het?

un livre

un/une

prof

un stylo

un sac à dos

une

tablette

une salle

de classe

Eerst film kijken 4a (uit B à l'école)

exercice 4c

voer een gesprek met jouw buurman/vrouw

A (wijs een van de plaatjes en vraag) C'est quoi? (wat is het?)

B C'est un/une (Frans woord)

na 4c -> 4 d écoute le prof

exercice 6a page 11 - écoute et répète

ik luister

jij luistert

wij luisteren

j'écoute

tu écoutes

on écoute

exercice 6b + 6c page 11

Travaille avec ton voisin. Fais des gestes (gebaren)

écoute

regarde

travaille avec ton voisin

écris

lis

parle

travaille avec ton groupe

checkvragen voor jezelf
kun je Franse instructies begrijpen?
(uit paragraaf B À l'école)

1. oui
2. non

checkvragen voor jezelf
ken je woorden die te maken hebben met schoolspullen?
(uit paragraaf B À l'école)

1. non
2. oui

som, weektaak en leren

Faire (maken) uit hoofdstuk 'on y va’: ex 1 t/m 6 blz t/m 11

Apprendre (leren) voc & phrases-clés A + B blz 16

vocabulaire & phrases-clés kun je leren met 

https://quizlet.com/join/zDmGfMtdj

au revoir 👋 

et à demain!

😎