De Romeinen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Verdiepende les

Items in this lesson

De Romeinen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De meeste badhuizen hebben vooraan een kleedruimte. Daarna begonnen de Romeinen vaak in het koudste bad. Hierna gingen ze naar het lauwe bad en het warme bad. Ook was er vaak een warme zweetruimte, de sauna, met daarnaast een koud bad. Je kon je ook laten masseren. Doet jou dit ergens aan denken? De sauna's in Nederland bijvoorbeeld?
De eerste badhuizen ontstonden in de tweede eeuw voor Christus. Aan het begin waren ze nog eenvoudig. Maar later werden ze steeds luxer! Zowel rijke als arme mensen gingen in de tijd van de Romeinen naar badhuizen. Het was een plek om je lichaam te soppen en om andere mensen te ontmoeten.
Wat zou jij ervan vinden als je thuis geen douche had, maar steeds naar een badhuis ging om je te wassen en om je vrienden te ontmoeten?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over 
de Romeinen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dit ga je leren
Wereldoriëntatie

Na deze les:
  • weet ik hoe groot het Romeinse Rijk was en waar het lag. 
  • weet ik hoe het Romeinse Rijk zo groot heeft kunnen worden. 
  • weet ik waarom de Romeinen botsten met de Germanen. 
  • weet ik welke spullen, kennis en gewoonten de Romeinen meebrachten en wat voor invloed dat nog steeds op ons leven nu heeft. 

Woordenschat
Na de les begrijp ik de belangrijke woorden die met de Romeinen te maken hebben. 

Taal
Na de les kan ik de belangrijkste informatie uit de tekst en filmpjes samenvatten op een tijdlijn.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Over welke tijd hebben we het?
Romeinen in Nederland:
58 v. Chr. - 406 na Chr.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verdiepende tekst
Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. Arceer in ieder geval:
   

  • de macht
  • de luxe
  • het schild
  • het volk
  • het riool
  • de boog
  • de stam
  • handel drijven
  • het gebied
  • de bevolking
  • in opstand komen 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
bouwwerken van de Romeinen
het aquaduct
Brug waar water overheen loopt.
De Romeinen zorgden er door middel van aquaducten voor dat het water naar steden vervoerd werd.
de arena, de arena's
De met zand bedekte grond in het midden van een rond gebouw (het amfitheater). 
Vanaf de tribunes keken de Romeinen naar de arena.
de riolering
Een systeem van buizen waar vies water (en je poep en plas) naartoe gaat, hetzelfde als het riool.
De Romeinen legden voor het eerst riolering aan. Dat was een stuk hygiënischer dan op de grond poepen en plassen!
het badhuis
Een openbare plaats, waar mensen zich tegen een kleine vergoeding kunnen wassen, door een douche of een bad te nemen.
De Romeinen hebben vele badhuizen gebouwd.
Welke woorden kende je nog niet? Schrijf ze met de betekenis in je logboek. Je mag er natuurlijk ook een tekening bij maken. 

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
3

Slide 9 - Video

This item has no instructions

00:30

WAAR 
of 
NIET WAAR?
Hoe lang is het geleden dat de Romeinen in ons land waren?
A
Ongeveer 20 jaar geleden.
B
Ongeveer 200 jaar geleden.
C
Ongeveer 2000 jaar geleden.
D
Dat weten we niet.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

01:33
Sleep de volken naar de juiste plaats: 
Heb jij het filmpje goed begrepen? 
Test je kennis!
boven de Rijn 
onder de Rijn 
Romeinen
Germanen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

03:42

WAAR 
of 
NIET WAAR?
Wat namen de Germanen NIET over van de Romeinen?
A
lepels
B
glas
C
geld
D
speerpunten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Hoe kwam het dat de Germanen en Romeinen niet altijd even goed klikten? 
(Er zijn twee antwoorden goed)
A
De Romeinen waren veel beschaafder dan de Germanen.
B
Ze hadden allebei een eigen taal en konden niet met elkaar communiceren.
C
De Germanen wilden geen handel drijven met de Romeinen.
D
De Germanen liepen rond in dierenhuiden en woonden in hutten. De Romeinen roken fris en woonden in steden met paleizen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions


De Romeinen hadden een oersterk leger. 
Hoe kwam dat? Noem twee dingen. 
Weet 
jij 
het?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht

Werk samen met een klasgenootje. 

Neem de tijdbalk over in je logboek. 

Wat heb jij geleerd over dit tijdvak? Schrijf zoveel mogelijk feiten op. 
49 
voor 
Christus                    
400
na Christus                   
De romeinen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Dit weet ik ... & Dit kan ik ... 
Wereldoriëntatie


  • ik weet hoe groot het Romeinse Rijk was en waar het lag. 
  • ik weet hoe het Romeinse Rijk zo groot heeft kunnen worden. 
  • ik weet waarom de Romeinen botsten met de Germanen. 
  • ik weet welke spullen, kennis en gewoonten de Romeinen meebrachten en wat voor invloed dat nog steeds op ons leven nu heeft. 

Woordenschat
Ik begrijp de belangrijke woorden die met de Romeinen te maken hebben. 

Taal
Ik kan de belangrijkste informatie uit de tekst en filmpjes samenvatten op een tijdlijn.

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Evaluatie en terugkoppeling lesdoelen
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
Wat heb jij deze les geleerd? Welke antwoorden heb jij gevonden op jouw leervragen? Schrijf het in je logboek.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions