This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4.1. Industriële revolutie
Slide 1 - Slide
Aan het eind van de les:
Kun je uitleggen wat industrialisatie inhoudt.
Weet je waar en wanneer de eerste industrialisatie plaatsvond.
Ken je de belangrijkste oorzaken van de industriële revolutie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Nijverheid voor de industrie
Producten werden thuis gemaakt, vaak op het platteland: de Huisnijverheid
Productie in steden waren door gilden duur.
Slide 5 - Slide
Vanaf 1750
Producten worden steeds vaker in fabrieken gemaakt. Dat noemen we industrialisatie.
Deze fabrieken werkten steeds vaker op waterkracht (dus niet meer door de mens aangedreven)
Door uitvinding van de Stoommachine ontstaat de industriële revolutie
Slide 6 - Slide
Hoe ontstond die industrialisatie? en waarom in Engeland?
Door verbeteringen in de landbouw, was er meer voedsel en groeide de bevolking. Door de gegroeide bevolking was het goedkoop om werknemers in te huren.
Groot-Brittannië had veel goedkope grondstoffen door (uitbuiting in) hun koloniën
Ook was steenkool en ijzererts veel aanwezig. Hierdoor waren machines en hun brandstoffen goedkoop.
Er werden hier ook steeds nieuwe machines uitgevonden
Slide 7 - Slide
Aan de slag:
Maak 4.1 opdrachten 1, 4-8 (= huiswerk)
Slide 8 - Slide
Lesdoelen:
Kun je uitleggen wat industrialisatie inhoudt.
Weet je waar en wanneer de eerste industrialisatie plaatsvond.
Ken je de belangrijkste oorzaken van de industriële revolutie
Huiswerk:
Neem boek B mee (nog steeds)
4.1 opdrachten 1, 4-8
Slide 9 - Slide
10-04-2024
IR deel 2
Slide 10 - Slide
Aan het eind van de les:
Heb je je kennis over de industriële revolutie herhaald
Kun je uitleggen wat de belangrijkste gevolgen waren van de industriële revolutie.
Weet je welke veranderingen er op cultureel gebied waren.
Slide 11 - Slide
Overleg in twee- of drietallen over de volgende vragen:
Wat is de de industriële revolutie?
Waar en wanneer ontstond de industriële revolutie?
Welke oorzaken had de industriële revolutie
5 min. dan centraal bespreken.
Slide 12 - Slide
Gevolgen I.R.
Vanaf 1750 verandert Groot-Brittannië in een industriële samenleving.
Door nieuwe technieken verandert de infrastructuur, met als hoogtepunt de uitvinding van de stoomtrein
(industrie-)steden groeien explosief.
Door al deze fabrieken begint ook de (menselijke invloed op) de opwarming van de aarde
Slide 13 - Slide
De moderne tijd (tijd vanaf 1800)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Maar niet iedereen is blij met de veranderingen...
In de kunst en muziek komt een tegenstroming, de Romantiek
Tegen: de koude kille industriële samenleving en de stad
Voor: het gevoel, de natuur en het leven van ''vroeger''
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Aan de slag:
Maak 4.1 opdr. 9-13, 15 (blz. 24)
Klaar? maak een samenvatting of mindmap van paragraaf 4.1
Slide 18 - Slide
Aan het eind van de les:
Heb je de kennis van paragraaf 4.1 herhaald
Heb je alvast vooruit gekeken naar de volgende paragraaf.
Slide 19 - Slide
Maak de kruiswoordpuzzel
(Bijna-) alle woorden staan in je boek
Klaar? Werk aan een samenvatting van 4.1 of lees alvast 4.2.
Slide 20 - Slide
4.2 De industriële samenleving
Slide 21 - Slide
Aan het eind van de les
Kun je uitleggen hoe het leven van de arbeider eruit zag
Kun je uitleggen wat een klassenmaatschappij is
Ken je nieuwe uitvindingen uit de tijd van de IR
Kun je de nieuw ontwikkelingen in de wetenschap beschrijven.
Slide 22 - Slide
Allereerst:
Bespreek met je buur de volgende vraag:
Wat waren de gevolgen van de industrialisatie?
Slide 23 - Slide
Filmpje
Hoe waren de werkomstandigheden in een fabriek? Geef zo veel mogelijk voorbeelden.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Filmpje
Hoe waren de werkomstandigheden in een fabriek? Geef zo veel mogelijk voorbeelden.
Slide 26 - Slide
Wonen
Door industrialisatie kwam er urbanisatie
Mensen woonden dichtbij fabrieken waardoor omstandigheden slecht waren
Slide 27 - Slide
Kapitalisme
Fabriekseigenaren willen winst behalen met het maken van producten.
En willen zo min mogelijk regels die deze winst verkleinen
Slide 28 - Slide
Van een standenmaatschappij naar een klassenmaatschappij
Lees 4.2 het kopje ''de klassenmaatschappij'' en beantwoord de volgende vragen:
- Welke groepen waren er in een standenmaatschappij?
- Welke groepen waren er in een klassenmaatschappij?
- Waarom
Slide 29 - Slide
Nieuw uitvindingen
Slide 30 - Slide
Wetenschap
Door industrialisatie wordt wetenschap professioneler
Opkomst van nieuwe onderzoeksrichtingen (bijv. sociologie, psychologie, psychiatrie en economie