4.1 spanningsbronnen

Mens en natuur periode 4: elektriciteit
nask 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Mens en natuur periode 4: elektriciteit
nask 

Slide 1 - Slide

Wat moet je elke les meenemen
- boek polaris
- schriftje voor aantekeningen + opdrachten
rekenmachine
geodriehoek
potlood (verschillende kleuren)
opgeladen chromebook
werkboekje nask 

Slide 2 - Slide

werkboekje nask
In de eerste les krijg je van ons een werkboekje. Hierin staat van elke paragraaf oefeningen die te maken hebben met de leerstof. Neem dit boekje elke les mee want je gaat hem heel veel gebruiken deze periode. 

Slide 3 - Slide

Wat betekend welke kleur
Een witte slide zegt iets over belangrijke informatie van de les. op deze slides vind je bijvoorbeeld:
 de leerdoelen
 wat je mee moet nemen naar de les
planning

Slide 4 - Slide

Wat betekend welke kleur
Een rode slide betekend uitleg. Wat hier staat komt op de toets. Dit kan je dus overnemen

Slide 5 - Slide

Wat betekend welke kleur
Een gele slide betekend extra. Soms willen meneer Heijster en meneer Bakker iets extra's vertellen omdat het leuk is. Dit hoef je niet te weten voor de toets. 

Slide 6 - Slide

Wat betekend welke kleur
Een blauwe slide betekend een som. Deze sommen kun je overschrijven in je schrift. Ook een uitwerking van deze voorbeeldsom staat online

Slide 7 - Slide

Wat betekend welke kleur
Een groene slide betekend herhaling. elke paragraaf begint met een aantal herhaling slides van de vorige les. Deze kan je gebruiken om extra te oefenen 

Slide 8 - Slide

planning
Wij werken deze periode uit hoofdstuk 3 & 4. van hoofdstuk 3 doen wij paragraaf 3.4, en van hoofdstuk 4 doen we alle paragrafen. 

Slide 9 - Slide

paragraaf 4.1: spanningsbronnen

Slide 10 - Slide

de leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij:
-benoemen wat een spanningsbron is en uitleggen dat een spanningsbron 2 aansluitingspunten heeft
- uitleggen wat het begrip spanning betekend en de eenheid van spanning benoemen
-eenheden van spanning omrekenen
-uitleggen hoe je spanning kunt meten
- spanningen van verschillende spanningsbronnen benoemen

Slide 11 - Slide

Wat zijn voorbeelden
van spanningsbronnen

Slide 12 - Mind map

spanningsbron
elektrische apparaten  hebben energie nodig. 
Deze krijgen ze van een spanningsbron
2 aansluitingspunten. 
Een pluspool (+) en een minpool (-)

Slide 13 - Slide

spanningsbron
elektrische apparaten zoals een telefoon, laptop en lamp hebben energie nodig. Deze krijgen ze van een spanningsbron
Een spanningsbron heeft altijd 2 aansluitingspunten. Een pluspool (die is positief) en een minpool. Deze is negatief. 

Slide 14 - Slide

spanningsbronnen

Slide 15 - Slide

spanning
Hoeveel energie een spanningsbron kan leveren hangt af van de spanning.
meer spanning = meer energie
Spanning is een grootheid (U)
eenheid  is de Volt (V)

Slide 16 - Slide

spanning
Hoeveel energie een spanningsbron kan leveren hangt af van de spanning. Hoe hoger de spanning, hoe meer energie je kan leveren. 
Spanning is een grootheid. Spanning korten wij af met de hoofdletter U
De eenheid van spanning is de Volt. Volt korten wij af met een hoofdletter V

Slide 17 - Slide

grootheden en eenheden
In dit hoofdstuk komen we weer grootheden en eenheden tegen. het is handig als je achterin je schrift een tabel maakt die je steeds kan aanvullen als er een nieuwe grootheid en eenheid bijkomt (zoals hieronder)
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
Spanning
U
Volt
V

Slide 18 - Slide

omrekenen van spanning
Net als bij afstand en massa kun je spanning ook omrekenen. Jullie moeten op je toets 3 eenheden van spanning kennen:
Kilovolt (kV)                              Volt (V)                                    millivolt                                                  
1 kV = 1000 V
1 V = 1000 mV
Je moet allebei de kanten op kunnen rekenen 

Slide 19 - Slide

samen oefenen
15 kV = ..... V
15 * 1000 = 15000 V

10000 mV = ...... V
10000/1000 = 10 V

35,6 V = ..... kV
35,6/1000 = 0,0356 kV 

Slide 20 - Slide

32 V = ...... kV
A
3,2
B
0,32
C
0,032
D
320

Slide 21 - Quiz

1000000 mV = ...... kV
A
1
B
100
C
100
D
10000000000

Slide 22 - Quiz

andere eenheden spanning
naast de kilovolt en de millivolt zijn er nog meer eenheden van spanning.

In een elektriciteitscentrale wordt zoveel Volt opgewekt dat ze daar werken met Mega volt of zelfs terra volt. 
1 mega volt is 1000 kV = 1000000 V
 1 Terra volt is 1000 mega volt is 1000000000000 V

Slide 23 - Slide

spanning meten
spanning kun je natuurlijk meten. 
voltmeter
 multimeter 

Slide 24 - Slide

spanning meten
spanning is een grootheid en die kun je natuurlijk meten. Hiervoor kun je een voltmeter of een multimeter gebruiken. Met een multimeter kun je ook andere grootheden berekenen. 

Slide 25 - Slide

voltmeter + multimeter

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

oefenen: spanning Voltmeter

Slide 28 - Slide

spanning van spanningsbronnen
spanningsbronnen hebben een vaste spanning
 baterij  tussen de 1,5 V en 9 V 
accu  tussen de 12 V en 24 V
stopcontact  230 V
Een ander woord voor de stopcontacten is het lichtnet

Slide 29 - Slide

spanning van spanningsbronnen
Veel spanningsbronnen hebben een eigen vaste spanning.
de spanning van een baterij ligt tussen de 1,5 V en 9 V (ligt eraan wat voor batterij het is)
De spanning van een accu ligt vaak tussen de 12 V en 24 V
Uit het stopcontact komt ook een vaste spanning. Deze spanning is 230 V. Dit is een getal dat je moet weten
Een ander woord voor de stopcontacten is het lichtnet

Slide 30 - Slide

overzicht spanning per bron

Slide 31 - Slide

lichtnet in andere landen
Bij ons in Europa komt er uit de stopcontacten een spanning van 230 V, maar in andere landen is dit soms hoger of lager. 
In Amerika komt uit het stopcontact maar 110 V. Daarom heb je in Amerika ook een andere stekker nodig. 
in China is de spanning uit het stopcontact 220 V. Hier heb je ook weer een andere stekker voor nodig

Slide 32 - Slide

verschillende stopcontacten

Slide 33 - Slide

kaart stopcontacten

Slide 34 - Slide

hoe snel gaat elektricteit?

Slide 35 - Slide

Wat is de eenheid van spanning
A
Volt
B
graden celsius
C
seconde
D
Ampere

Slide 36 - Quiz

Wat is de afkorting van spanning
A
S
B
U
C
V
D
T

Slide 37 - Quiz

Hoeveel spanning staat er op het stopcontact
A
230 V
B
220 V
C
110 V
D
250 V

Slide 38 - Quiz

Wat bedoelen we met het lichtnet

Slide 39 - Open question

de leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij:
-benoemen wat een spanningsbron is en uitleggen dat een spanningsbron 2 aansluitingspunten heeft
- uitleggen wat het begrip spanning betekend en de eenheid van spanning benoemen
-eenheden van spanning omrekenen
-uitleggen hoe je spanning kunt meten
- spanningen van verschillende spanningsbronnen benoemen

Slide 40 - Slide

aan de slag
je kunt nu zelf aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.1. Deze vind je op bladzijde 93 en 95 Je kunt ook werken aan het opdrachtenboekje. Je kunt de opdrachten van 4.1 maken. 

Slide 41 - Slide