Vormgevingsaspecten Vorm, Textuur en Structuur

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Textuur is .......?
Maak de zin af.
A
de manier waarop een vorm in elkaar zit of is opgebouwd in een regelmatig patroon,
B
het zichtbare en voelbare oppervlak. Textuur is glad, hard, glibberig, nat, etc.
C
de stofuitdrukking van verschillende materialen in een schilderij
D
een vorm die natuurlijk is.

Slide 2 - Quiz

Structuur is.....
maak de zin af.
A
verschillende vormen zoals geometrische en organische vormen
B
een vorm die natuurlijk is.
C
het zichtbare en voelbare oppervlak. Textuur is glad, hard, glibberig, nat, etc.
D
de manier waarop een vorm in elkaar zit of is opgebouwd in een regelmatig patroon.

Slide 3 - Quiz

De ............ van de honingraat is opgebouwd uit een herhalend patroon van dezelfde vorm.
Welk woord ontbreekt in deze zin?
A
Textuur
B
Structuur

Slide 4 - Quiz

De ............ van deze boom voelt hard en hobbelig.
A
Textuur
B
Structuur

Slide 5 - Quiz

Deze kunstenares maakt wandtapijten. Doordat ze verschillen in ........ aanbrengt, lijken haar tapijten op landschappen met mos, gras en water.
A
Structuur
B
Textuur

Slide 6 - Quiz

Tussen een vierkant en een cirkel zit een groot ............... de vierkant is hoekig terwijl de cirkel rond is.
A
geometrisch
B
open vorm
C
vormcontrast
D
organisch

Slide 7 - Quiz

Wat zijn organische vormen?
A
Geometrische vormen
B
Vierkanten, driehoeken en rechthoeken
C
Natuurlijke vormen
D
Ronde vormen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

In welke afbeelding zie je geometrische vormen?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Welke afbeelding is een voorbeeld van een geabstraheerde vorm?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Organische vorm
Gesloten vorm
Geometrische vorm
Open vorm

Slide 13 - Drag question