4.4

Voor welke god waren de Olympische Spelen bedoeld?
A
Apollo
B
Athena
C
Zeus
D
Poseidon
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voor welke god waren de Olympische Spelen bedoeld?
A
Apollo
B
Athena
C
Zeus
D
Poseidon

Slide 1 - Quiz

Wat klopt niet over de Olympische Spelen?
A
hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
B
boksen was een populaire sport
C
De winnaars wonnen een gouden medaille
D
De eerste waren 776 v C

Slide 2 - Quiz

Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch

Slide 3 - Quiz

Twee uitspraken over de Olympische Spelen:

I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.

Slide 4 - Quiz

Deze opdracht gaat over de Olympische Spelen.

Welke bewering over de Olympische spelen is juist?
A
De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
B
Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
C
Alle inwoners van stadstaten mochten meedoen aan de Olympische Spelen, óók vrouwen.
D
Geen van de genoemde beweringen is juist.

Slide 5 - Quiz

Komedie + Tragedie hoort bij de volgende kunstvorm
A
Schilderkunst
B
Theaterkunst
C
Bouwkunst

Slide 6 - Quiz

Wie mochten er mee doen aan de Olympische spelen?
A
Alle inwoners van Griekenland
B
Alleen vrije Griekse mannen
C
Alleen slaven
D
Vrije mannen en vrouwen

Slide 7 - Quiz

Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch

Slide 8 - Quiz

Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch

Slide 9 - Quiz

Kies het antwoord dat het beste past.

Tragedie: Liep altijd goed af.

Komedie: had een tragisch einde
A
De bovenstaande zinnen zijn omgedraaid
B
Dit klopt niet
C
De bovenstaande zinnen kloppen

Slide 10 - Quiz

Wat is de goede volgorde hoe de Grieken hun zuilen maakten?
A
Korintisch-Ïonisch-Dorisch
B
Dorisch-Ïonisch-Korintisch
C
Ïonisch-Korintisch-Dorisch
D
Dorisch-Korintisch-Ïonisch

Slide 11 - Quiz

Welke zuilenorde of bouwstijl?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch

Slide 12 - Quiz