This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.
Ik ken de vraagwoorden
Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken in het Duits
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden
NIEUW: Ik kan het werkwoord "haben" vervoegen
ich habe = ik heb
du hast = jij hebt
er hat = hij heeft
sie hat = zij heeft
es hat = het heeft
wir haben = wij hebben
ihr habt = jullie hebben
sie haben = zij hebben
Sie haben = u heeft