Morfine: zorgt ervoor dat impulsen vanuit pijnzintuigen de hersenen niet meer bereiken = geen pijn.
Nicotine: stimuleert hersenen stoffen aan te maken die je een goed gevoel geven.
Drugs kunnen stimulerend (XTC, cocaïne) of verdovend (wiet, alcohol) zijn. Waarnemingen gedaan door de zintuigen kunnen vervormd worden.