Betoog H3

- Uitleg betoog (theorie & opdracht)

- Aan de slag!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

- Uitleg betoog (theorie & opdracht)

- Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Op welke vier manieren kan je de aandacht van de lezer trekken in de inleiding?

Slide 2 - Open question

Wat doe je in het slot van een tekst?

Slide 3 - Open question

Opbouw: Inleiding
Inleiding heeft 2 functies: - aandacht trekken lezer en standpunt/stelling van schrijver introduceren
HOE? 
Actualiteit 
Geschiedenis 
Voorbeeld
Persoonlijk belang

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
...weet je wat een betoog is;
...kun je uitleggen hoe de opbouw van een betoog eruitziet;
...kun je de verschillende onderdelen uit een betoog benoemen;

Slide 5 - Slide

Wat is een betoog?
Een betoog is een overtuigende tekst. 
inleiding:  stelling 
middenstuk:  - argumenten + voorbeelden (1 argument per alinea)
- tegenargument + weerlegging
slot: herhaling stelling

Slide 6 - Slide

De opbouw van een betoog
Inleiding: introductie van het onderwerp (aandacht van de lezer trekken), stelling en standpunt
Kern: argumenten + onderbouwing, tegenargument en weerlegging
Slot: Herhaling van je standpunt (in andere woorden) + goede afsluiting

Slide 7 - Slide

In een betoog geeft de schrijver
A
advies
B
informatie
C
zijn mening
D
voor- en nadelen

Slide 8 - Quiz

Het doel van een betoog is de lezer
A
te amuseren
B
te informeren
C
te adviseren
D
te overtuigen

Slide 9 - Quiz

De inleiding bestaat uit
A
de argumenten en onderbouwing
B
Een verhaal over het onderwerp
C
een aandachtstrekker + stelling en standpunt
D
De opbouw van je betoog

Slide 10 - Quiz

In de kern geef je
A
je mening
B
aan wat verschillende mensen vinden van de stelling
C
informatie over voor- en tegenstanders van de stelling
D
voorargumenten+ tegenargument en weerlegging

Slide 11 - Quiz

Een weerlegging is als
A
je de voorargumenten versterkt
B
je het genoemde tegenargument ontkracht
C
als je een tegenargument geeft
D
je je standpunt duidelijk maakt

Slide 12 - Quiz

In het slot mag je nooit nieuwe informatie geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz