Introductie zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Zinnen in zinsdelen verdelen

Deze les

Uitleg zinsdelen/ zinsdeelproef/ ww-gezegde

Opdrachten maken

Leerdoelen

Je leert een zin te verdelen in zinsdelen.

Je leert de persoonsvorm, het onderwerp het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp in een zin te benoemen.

Zin in zinsdelen verdelen

1. Persoonsvorm
   
2. Werkwoordelijk gezegde
3. Onderwerp
4. Lijdend voorwerp

Persoonsvorm

Tijdproef / vraagproef / getalsproef

Zinsdeelproef

Zet streepjes tussen de zinsdelen

Woord(groepen) voor de persoonsvorm zijn zinsdelen.

Onderwerp

Wie/wat + pv

Werkwoordelijk gezegde

Zoek alle werkwoorden in de zin

De persoonsvorm is ook altijd een werkwoord!

Lijdend voorwerp

Wat + wg + ow

De gemeente wil over twee weken de oude eik kappen.

De gemeente | wil | over twee weken | de oude eik | kappen.

pv = wil

ow = de gemeente

wg = wil kappen

lv = de oude eik

Op het laatste moment stopte de keeper van NEC de bal.

Wat is de PV in deze zin?
Op het laatste moment stopte de keeper van NEC de bal.

Wat is het OW van deze zin?
Op het laatste moment stopte de keeper van NEC de bal.

Op het laatste moment | stopte | de keeper van NEC | de bal.

pv = stopte

ow = de keeper van NEC

wg = stopte

lv = de bal

Het lek in het garagedak kon de loodgieter niet vinden.

Wat is het WG van deze zin?
Het lek in het garagedak kon de loodgieter niet vinden.

Wat is het LV in deze zin?
Het lek in het garagedak kon de loodgieter niet vinden.

Het lek in het garagedak | kon | de loodgieter | niet | vinden.

pv = kon

ow = de loodgieter

wg = kon vinden

lv = het lek in het garagedak

Aan de slag

Maak de opdrachten bij H1 taalverzorging-zinnen in zinsdelen verdelen

Werk rustig en alleen. Je mag een muziekje luisteren.

Ik wil geen last van je hebben.

Evaluatie

• Welk zinsdeel kan je goed vinden?
  
• Welk zinsdeel vind je nog lastig om te vinden?