Week 2 Eco

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Economie

Week 2

Voorbereiding toetsweek

Programma

voorbereiding toets (+- 15/20 minuten)

Daarna start oefentoets

Voor we beginnen....

Telefoon in telefoontas, schrift/papier met pen op tafel. 

Hebben jullie een fijne vakantie gehad, dingen die jullie graag willen delen, meedelen, vragen?

Programma deze week; voorbereiding toets 15 minuten, waar moet je op letten, oefentoets maken. 

Voorbereidingen

.... slides ter voorbereiding/herhaling, waar moet je op letten.

Hierna: maken oefentoets.

Elasticiteit

> prijselasticiteit van de vraag, kruislingse prijselasticiteit van de vraag, inkomenselasticiteit. 

verandering van gevraagde hoeveelheid (%) /

 verandering prijs (%)

Ev

Qv = -0.3P + 8

Dit is de vraaglijn formule. Q = vraag, p = prijs van het goed.

Als je een prijsstijging/daling weet (bijv eerst 1 euro, daarna is prijs 2 euro), dan kun je ook de verandering van de vraag berekenen. 

bij p = 1 > q = 7,7

bij p = 2 > q = 7,4

Je kunt nu de prijselasticiteit uitrekenen door de formule in te vullen. 

stel Ev is =0.1. Wat zegt dit dan? En stel het bedrijf wil zijn/haar omzet verhogen, moeten ze dan de prijs verhogen of verlagen?

stel....de Ev is -0.1; wat betekent dit dan?

De vraag is inelastisch!

Dus....een prijsverandering leidt tot een geringe verandering van de afzet. Als je de prijs verhoogt, zal de hoeveelheid producten die je verkoopt in minder snel % dalen dan je dacht door de prijsverhoging. De omzet zal dus toenemen!

Verandering vraaglijn: 

Stel nu Q = -0.3p + 6

Stel de prijs is weer 1, wat gebeurt er dan met de vraag? 

p = 1, q = 5,7 (terwijl bij vorige vraaglijn was bij p = 1, q = 7,7)

Dus de vraag is gedaald bij dezelfde prijs van 1 euro. 

Wanneer is dit vaak het geval? Doordat complementaire goederen duurder zijn geworden. Dit kan de vraag naar benzine zijn, als auto's duurder zijn geworden bij voorbeeld. Als auto's duurder zijn geworden, neemt ook de vraag naar benzine af, ook al is de prijs van benzine gelijk gebleven. 

Ook andere redenen voor vraagfunctie veranderingen kennen!

ook formule kruislingse en inkomens-elasticiteit kennen!

TK = TVK + TCK

TVK = TK - TCK

van TVK naar VK per stuk --> TVK / q

TO, TK lijn

Wat is p?

En TCK?

En VK per stuk?

En BEA?

stel p = 5, dan is P = GO = MO = 5. 

Winst maximaal --> MO = MK, j je kunt dan aflezen bij welke q de winst maximaal is.

Maximale totale winst arceren welk deel? aflezen welke q tot aan GTK: rechthoek. 

TO, TK is gegeven. Maximale winst berekenen. 

Maximale winst --> MO = MK

Stel TK = 5q^2 - 5q + 10

TO = 15q

Wat is dan MO en wat is dan MK?

Stel TK = 5q^2 - 5q + 10

TO = 15q

Wat is dan MO en wat is dan MK?

MO = 15

MK = 10q - 5 , dan nu MO = MK

15 = 10q - 5 >> 20 = 10q >> q = 2: bij q = 2, maximale totale winst.

dus nu invullen q = 2 in zowel TO en TK

TO = 15x2 = 30,  TK = 5x2^2 - 5x2 + 10

En dan maximale totale winst: TO - TK = 30 - 20 = 10. 

TW is maximaal bij een productie waarbij geldt MO = MK

Dit altijd opschrijven bij de berekening! Anders = fout!

Je kunt bij elk inkomen zien, hoeveel er wordt uitgegeven aan dat goed. 

je kunt elke keer het inkomen aflezen. bij welk inkomen is het goed een noodzakelijk, indifferent en inferieur goed?

Einde uitleg

Aan de slag met de oefentoets! Eerst maken; 2, 4, 5, 8, 10

Mogelijkheid tot stellen van vragen. Deze moet morgen in de les af!

Donderdag bespreken we de lastig gevonden opdrachten!