H3: Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3: Spelling

QUIZTIJD

Wat doet een bijvoeglijk naamwoord?

1. Voegt iets toe aan de zin
2. Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
3. Is een werkwoord
4. Is een mens, dier of ding

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Mens, dier of ding
2. Kun je de/het/een voor plaatsen
3. Soort werkwoord
4. Zegt iets over tijd

Benoem het voltooid deelwoord in de zin:
Ik heb een hele taart opgegeten.

1. heb
2. hele
3. taart
4. opgegeten

Benoem het voltooid deelwoord in de zin:
Hij heeft de kerstboom verbrand.

1. heb
2. verbrand
3. Ik
4. kerstboom

Vul het bijvoeglijk naamwoord in:
De ... (verbranden) kerstboom.

1. verbrande
2. verbrandende
3. verbrandde
4. verbrante

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

ZO KORT MOGELIJK

Bijvoeglijk naamwoord
Vul in:
De ... (schoppen) hond.

1. schoppende
2. geschopde
3. geschopte
4. schopte

Verlengproef

Maak het woord langer in je hoofd:

...+de = d

...+te = t

Opgeruimde, gepoetste, verbouwde

Voltooid deelwoord:
Melle heeft zich hier flink over ... (verbazen).

1. verbaast
2. geverbaast
3. verbaasd
4. verbaazt

Voltooid deelwoord
Vul in:
Ik heb mij helemaal ... (opdoffen)!

1. opgedoven
2. opgedofd
3. opgedoft
4. opdoft

't kofschip

Bij het voltooid deelwoord:

Zoek de stam

stam eindigt wel op medeklinker in 't kofschip > t
stam eindigt niet op medeklinker in 't kofschip > d

Aan de slag!

- Startopdracht, opdracht 1 t/m 4, opdracht 7

- Lager dan 70%? Vraag om reset en maak opnieuw.

- Klaar? Oefentoets Lezen op It's Learning