A5 Alquin Vocabulary Per. C
1 / 42
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
1. Text 8: Allegation
A
Betaling
B
Beschuldiging
C
Belediging
D
Beschadiging
Slide 2 - Quiz
2. Text 8: To sustain
A
Opslaan
B
Oplopen
C
Opgeven
D
Ophouden
Slide 3 - Quiz
3. Text 8: Innuendo
A
Insinuatie / Toespeling
B
Ingeving / Besluit
C
Toeslag / Bijbetaling
D
Toestand / Situatie
Slide 4 - Quiz
4. Text 8: To compel
A
Afwijzen / Negeren
B
Dwingen / Verplichten
C
Doorstaan / Volhouden
D
Ontwerpen / Maken
Slide 5 - Quiz
5. Text 8: Reluctance
A
Tegenzin
B
Relevantie
C
Ontstaan
D
Ophoping
Slide 6 - Quiz
6. Text 8: Beurs / Toelage
A
Debt
B
Grant
C
Brand
D
Deficit
Slide 7 - Quiz
7. Text 8: Kwelling / Pesterij
A
Harrasment
B
Harassment
C
Harasment
D
Harrassment
Slide 8 - Quiz
8. Text 8: Internaat / Kostschool
A
Discipline School
B
Primary School
C
Secondary School
D
Residential School
Slide 9 - Quiz
9. Text 8: Erkennen
A
To acknowlege
B
To aknowledge
C
To acknowledge
D
To aknowlege
Slide 10 - Quiz
10. Text 8: Ingewordeld
A
Ingrained
B
Incompetent
C
Inconsiderate
D
Insignificant
Slide 11 - Quiz
11. Text 9: Interrelated
A
Samenhanged
B
Samenkomend
C
Samenzijn
D
Samenlevend
Slide 12 - Quiz
12. Text 9: Introspection
A
Zelfvergeving
B
Zelfreflectie
C
Zelfredzaamheid
D
Zelfstandigheid
Slide 13 - Quiz
13. Text 9: Humbling
A
Ongemakkelijk makend
B
Nederig makend
C
Kwaad makend
D
Versuft makend
Slide 14 - Quiz
14. Text 9: To culminate
A
Het einde bereiken
B
Het hoogte punt bereiken
C
Het diepte punt bereiken
D
Het begin punt bereiken
Slide 15 - Quiz
15. Text 9: To embrace
A
Vergeven / Accepteren
B
Omarmen / Aanvaarden
C
Omgeven / Omringen
D
Ontzien / Helpen
Slide 16 - Quiz
16. Text 9: Onderschatten
A
To understate
B
To underestimate
C
To understand
D
To undertake
Slide 17 - Quiz
17. Text 9: Het najagen / Het streven
A
Persuit
B
Persuite
C
Pursuit
D
Pursuite
Slide 18 - Quiz
18. Text 9: Beroep
A
Proffession
B
Profession
C
Proffesion
D
Profesion
Slide 19 - Quiz
19. Text 9: Ongenadig / Dwangmatig
A
Clueless
B
Relentless
C
Aimless
D
Careless
Slide 20 - Quiz
20. Text 9: De moeite waard
A
Wasteful
B
Worthwhile
C
Whereas
D
Weightless
Slide 21 - Quiz
21. Text 10: Inmate
A
Gevolg
B
Gevangene
C
Intiem
D
Ingang
Slide 22 - Quiz
22. Text 10: Cosmopolitan
A
Werelds
B
Wijds
C
Wonderbaarlijk
D
Waarschijnlijk
Slide 23 - Quiz
23. Text 10: To amass
A
Verwijzen
B
Verwerpen
C
Verafschuwen
D
Verzamelen
Slide 24 - Quiz
24. Text 10: Staggering
A
Onthutsend / Overweldigend
B
Gevaarlijk / Problematisch
C
Stijgend / Toenemend
D
Overlappend / Overeenkomend
Slide 25 - Quiz
25. Text 10: To establish
A
Erkennen / Accepteren
B
Vestigen / Opzetten
C
Afbreken / Stoppen
D
Weggeven / Overgeven
Slide 26 - Quiz
26. Text 10: Schiereiland
A
Pencil
B
Peninsula
C
Penisle
D
Penisland
Slide 27 - Quiz
27. Text 10: Kuieren / Slenteren
A
To strell
B
To stroll
C
To strall
D
To strill
Slide 28 - Quiz
28. Text 10: Verhuld / Verborgen in
A
Shrouded
B
Safeguarded
C
Sidestepped
D
Scented
Slide 29 - Quiz
29. Text 10: Zweepslagen
A
Lashing
B
Trashing
C
Dashing
D
Crashing
Slide 30 - Quiz
30. Text 10: Behouden
A
To retain
B
To summon
C
To require
D
To carve
Slide 31 - Quiz
31. Exam list: Biased
A
Bevooroordeeld
B
Bescheiden
C
Belegeren
D
Bestaan
Slide 32 - Quiz
32. Exam list: Mutual
A
Waarschijnlijk
B
Overwegend
C
Trouwens
D
Wederzijds
Slide 33 - Quiz
33. Exam list: Incidentally
A
Hoewel
B
Trouwens
C
Nauwelijk
D
Desondanks
Slide 34 - Quiz
34. Exam list: To amount to
A
Neerstorten
B
Neerkomen op
C
Neerkijken op
D
Neerhalen
Slide 35 - Quiz
35. Exam list: To justify
A
Beschrijven
B
Verdedigen
C
Erkennen
D
Rechtvaardigen
Slide 36 - Quiz
36. Exam list: Als gevolg
A
Conscequently
B
Conscecuently
C
Consequently
D
Consecuently
Slide 37 - Quiz
37. Exam list: Ondanks
A
Despite
B
Regardless
C
Whereas
D
Instead
Slide 38 - Quiz
38. Exam list: Onvermijdelijk
A
Unrealistic
B
Irregular
C
Important
D
Inevitable
Slide 39 - Quiz
39. Exam list: Op voorwaarde
A
Countering
B
Regarding that
C
Requiring
D
Provided that
Slide 40 - Quiz
40. Exam list: Erkennen
A
To aknowledge
B
To acknowledge
C
To aknowlege
D
To acknowlege
