This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Kerstmis in de auto
Slide 1 - Slide
Waar denk jij aan bij deze titel?
Slide 2 - Mind map
Noem redenen waarom je kerst zou vieren in de auto.
Slide 3 - Open question
Doel van de les
In deze oefening leer je:
antwoorden vinden op vragen die niet letterlijk uit de tekst te halen zijn,
details uit de tekst halen,
gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten.
Slide 4 - Slide
Opdracht
We lezen de tekst
Pak je markeerstift en je potlood.
Markeer de lastige woorden
Zet een streep onder de hoofdpersonen van het verhaal
Schrijf naast de tekst de emotieswoorden die bij de hoofdpersonen horen. bijv. blij, streng, ongerust, boos, grappig
Slide 5 - Slide
Lees de 1e alinea: Met wie gaan Veerle, Imke en Jette kerst vieren?
A
Met hun ouders en hun grootouders
B
Met hun ouders, grootouders en andere familie
C
Met hun ouders
D
Met z'n 3en
Slide 6 - Quiz
Noem een land waar dit verhaal zich af zou kunnen spelen. Noem ook een land waar dit verhaal zich waarschijnlijk niet kan afspelen.
Slide 7 - Mind map
Lees de 2e alinea: Waarom gaan ze maar zo langzaam vooruit?
A
Het is heel koud die dag, daarom gaat iedereen met de auto.
B
Er zijn wegopbrekingen onderweg.
C
Het is druk omdat het bijna kerst is.
D
Iedereen moet ver rijden en daarom is het druk.
Slide 8 - Quiz
Lees regel 7: Met dit tempo... roept mam. Wat doet mama in deze zin?
A
Ze maakt een opsomming
B
Ze geeft een voorbeeld
C
Ze trekt een conclusie
D
Ze maakt een vergelijking
Slide 9 - Quiz
Lees de 2e alinea, laatste regel. Waarom besluit Imke om maar even haar mond dicht te houden?
Slide 10 - Open question
Lees de 3e alinea, midden in. Pap haalt.... niets aan te doen. Welke emotie past bij papa?
A
Woedend
B
Berustend
C
Teleurgesteld
D
Opgewekt
Slide 11 - Quiz
Papa
Mama
Maakt de kersentaart
Wil niet door de kou lopen
Raakt een beetje in paniek
Spreekt Veerle streng toe.
Belt oma op.
Heeft de wegenwacht gebeld
Doet een voorstel aan oma.
Vindt een kaartspel
Slide 12 - Drag question
Zet in de juiste volgorde: 1. Oma vindt het jammer dat ze niet kunnen komen 2. Jette vindt het jammer dat de wegenwacht er is. 3. Het gezin is op weg naar opa en oma om kerst te vieren. 4. Door de storm kunnen ze niet verder rijden. 5. Veerle komt met het idee om kerst in de auto te vieren. 6. Veerle besluit om haar mond maar even dicht te houden.
Slide 13 - Open question
Welke emotiewoorden kom je tegen in deze tekst? Typ ook de naam van de persoon erbij.
Slide 14 - Mind map
Hoe gaat deze familie om met het feit dat ze niet kerst kunnen vieren, zoals ze gepland hadden?
Slide 15 - Open question
Stel dat jij met jouw gezin ingesneeuwd zou raken, hoe zou het dan gaan bij jullie in de auto?"
Slide 16 - Open question
Bedenk een andere, passende titel voor deze tekst.