Hoofd- sub- en tegencultuur

Hoofdcultuur = dominante cultuur
  • gedeeld door de meeste leden van de samenleving
  • als het ware de "grootste gemene deler"
  • bij ons: "de middenklasse" (tussen de arbeidersklasse en de hogere klasse) 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
CultuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Hoofdcultuur = dominante cultuur
  • gedeeld door de meeste leden van de samenleving
  • als het ware de "grootste gemene deler"
  • bij ons: "de middenklasse" (tussen de arbeidersklasse en de hogere klasse) 

Slide 1 - Slide

Cultuur: een ruim begrip
Herhaling:
  • cultuurcomponenten (taal, recht, kunst, rituelen, waarden, normen,...)
  • waarden: abstracte richtlijnen die uitdrukken in een samenleving wat goed is)
  • normen: concrete gedragsregels (formeel en informeel)
  • een voorbeeld: de waarde "veiligheid" kan als norm hebben: een helm aandoen bij het fietsen, stoppen voor een rood licht. De waarde "respect" kan als norm hebben: rechtstaan in de bus voor een oudere, iemand aankijken als tegen die persoon kijkt,...

Slide 2 - Slide

Subculturen
  • een kleinere groep binnen de dominante cultuur met eigen, waarden en normen
  • waarden en normen wijken af van de dominante cultuur 
  • je behoort vaak tot verschillende subculturen

Slide 3 - Slide

Tegenculturen
  • verwerpen de hoofdcultuur
  • zetten zich af tegen de heersende waarden en normen van de dominante cultuur
  • sommige zijn gewelddadig en plaatsen zich buiten de wet. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Overheersende cultuur.
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culturen
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur
Dominante cultuur
Tegencultuur
Subcultuur

Slide 6 - Drag question

De Dolle Mina's zijn
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 7 - Quiz

Sinterklaas
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 8 - Quiz

Kerstmis
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 9 - Quiz

K.A.A. Gentsupporters
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 10 - Quiz

frietjes met mayo
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 11 - Quiz

krakers
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 12 - Quiz

Cultuur is dynamisch

Slide 13 - Slide

4.2 Functies van sub-en tegenculturen
  • sociale identiteit: het gevoel ergens bij te horen

  • individuele identiteit: expressievormen zoals kledij, haarsnit, muzikale voorkeur,... 


Slide 14 - Slide

4.3  Jongerenculturen (pg 42-43)
  • jongerencultuur = vorm van een subcultuur
  • ontstaan in de jaren 50 door:


  • jongerencultuur creëert een collectieve identiteit: zo kunnen ze zich onderscheiden van de volwassenen
  • peergroup= leeftijdsgenoten met gemeenschappelijke interesses.
  • uiterlijk van elkaar te onderscheiden
1. toenemende welvaart
2. cultuur wordt gecommercialiseerd
3. democratisering van het onderwijs
4. toename van de vrije tijd

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

4.4 Hiphop als subcultuur (pg 44-46)
  • Lees het artikel "Hiphop en gemeenschap: back to the Bronx" op pg 44-45-46.
  • Beantwoord de bijhorende vragen op pg 46-47 en noteer ze in je cursus.
  • Duid de antwoorden ook aan (fluo, onderlijnen,...) in het artikel.
  • Maar: bekijk eerst de twee volgende video's van Soe Nsuki en daarna "Een kijkje in de geschiedeins van de hiphop".

Slide 18 - Slide

Leg de stelling op de vorige slide uit:
"Dé jongerencultuur bestaat niet" Geef hier ook enkele voorbeelden bij.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

4.5 Concrete toepassing: drie jongerensubculturen (pg 44-46)
  • ga naar: https://onderwijs.hetarchief.be/opdrachten/4568
  • je bekijkt daar alle drie de fragmenten!
  • aan de hand van deze fragmenten kunnen jullie de oefening oplossen in de cursus op pg 47-48. Vul alles in met potlood. Misschien moeten jullie zelf nog wat extra info opzoeken op internet op alle antwoorden te vinden...

Succes!!

Slide 22 - Slide