In de lente en zomer smelt het ijs van de Noordelijke IJszee voor een groot deel af. Maar tijdens de winter vriest de zee weer helemaal dicht. Joost Pietersen is er met zijn zeilboot op expeditie. In zijn logboek schrijft hij: ‘Elke ochtend moet ik het ijs van mijn boot weghakken. De dagen worden steeds korter en kouder. Het ijs zal ons snel invriezen. En dan begint het wachten. We zullen ongeveer vier maanden ingevroren zijn. Dan wordt het voorjaar en gaat het ijs weer smelten. Ik ben niet bang, het onbekende is juist mooi!’