Startrekenen 1F Domein 3 H 12 oppervlakte

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1,2

Startrekenen 1F

Domein 3 meten en meetkunde

Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte

oppervlakte

Vorige week

Bereken de omtrek?

Formule OMTREK:

lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Wat is de
omtrek?

1. 25 cm
2. 10 cm
3. 15 cm
4. 20 cm

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Lesdoel

Aan het eind van de les:

Je weet wat de oppervlakte van een figuur is en je kan deze uitrekenen.

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Succescriteria

• Je schrijft de berekening als je de oppervlakte uitrekent.
• Als je de berekening uitrekent door het aantal hokjes te tellen dan geef je dat aan. Bijv. geteld 30 hokjes = 30 cm2
• Je rekent het antwoord uit indien nodig maak je gebruik van een rekenmachine.
• Je schrijft de juiste eenheid op (cm2 of m2) 

Nu jullie

Hoe reken je ook alweer de oppervlakte uit?

1. lengte x breedte
2. lengte+ breedte x 2
3. lengte + breedte + lengte + breedte
4. Er een rondje om lopen

Welk getal zetten we boven de m als we oppervlakte berekenen?

1. 1
2. geen
3. 2
4. 3

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

Tellen

1. 10 cm²
2. 12 cm²
3. 15 m²
4. 18 m²

Een weiland heeft lengte van 200 m en een breedte van 100 m. Hoeveel vierkante meter oppervlakte heeft dit weiland?

1. 100 x 200 = 20.000 m2
2. 100 + 200 x 2 = 60.000 m2
3. 100 + 200 = 300 m2
4. 100 x 200 : 2 = 10.000 m2

Het grasveld is 35m breed en 20m lang. Wat is het oppervlakte?

1. 600m​2​​
2. 650m​2​​
3. 700m​2​​
4. 750m​2​​

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

En nu moeilijker

www.studiemeter.nl

Wat is de oppervlakte van deze tuin?

1. 12 m²
2. 13 m²
3. 14 m²
4. 15 m²

Nog een keer

Nu jullie

Wat is de oppervlakte?

1. 180m​2​​
2. 200m​2​​
3. 188m​2​​
4. 172m​2​​

Bereken de oppervlakte van dit vlakke figuur. Alle afmetingen zijn in m.

1. 25m​2​​
2. 29m​2​​
3. 24m​2​​
4. 30m​2​​

wat is de oppervlakte van A?

Succescriteria

• Je schrijft de berekening als je de oppervlakte uitrekent.
• Als je de berekening uitrekent door het aantal hokjes te tellen dan geef je dat aan. Bijv. geteld 30 hokjes = 30 cm2
• Je rekent het antwoord uit indien nodig maak je gebruik van een rekenmachine.
• Je schrijft de juiste eenheid op (cm2 of m2) 

Hoofdstuk 13

Boek

oppervlakte

opdracht 21-30

Studiemeter

Lengte en oppervlakte geheel af