Havo 4 P3 week 4 22 - 23 argumentatieschema's

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur

Lesweek 4

Les 1: zelfstandig werken aan cursus Argumenteren (3 & 4 Nieuw Nederlands)

 

Les 2: zelfstandig werken aan cursus Argumenteren (5 Nieuw Nederlands) & woordenschrift

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur, LES 1

8:40 - 8:50 Lezen! Daarna werk je zelfstandig aan opdrachten studiew.

9:00 -  9:15  Instructie 

Doel: Je herkent verschillende argumentatieschema's & je kunt drogredenen herkennen. (Nieuw Nederlands Argumenteren 3 & 4)

9:15 - 9:45 Zelfstandig werken 

Doel: Je werkt aan de opdrachten bij de besproken onderdelen zelfstandig of samen. 

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur

Instructie 

Doel: Je herkent verschillende argumentatiestructuren

(Nieuw Nederlands, blz. 205 - 209 & 210 - 217)

In het kort: 

Argumentatie op basis van: 

- Autoriteit

- Voorbeeld

- Oorzaak en gevolg

- vergelijking

- voor- en nadelen

- kenmerk of eigenschap                                                       Doe mee en log in. >>>>

Het is geen wonder dat meneer De Vries overspannen thuis zit: hij heeft twee banen en doet daarnaast het huishouden van zijn gezin.

1. autoriteit
2. oorzaak - gevolg
3. vergelijking
4. voor- en nadelen

Alle grote clubs zijn het erover eens dat kunstgras slecht is voor de ontwikkeling van de techniek van spelers. Laten we weer zoveel mogelijk op echt gras gaan spelen.

1. autoriteit
2. oorzaak - gevolg
3. vergelijking
4. voor- en nadelen

Leerkrachten in het basisonderwijs moeten hetzelfde verdienen als collega's in het voortgezet onderwijs. Ze doen immers hetzelfde werk.

1. autoriteit
2. oorzaak - gevolg
3. vergelijking
4. voor- en nadelen

Je kunt beter geen alcohol drinken. Uit onderzoek blijkt dat niet-drinkers gemiddeld anderhalf jaar langer leven.

1. autoriteit
2. oorzaak - gevolg
3. vergelijking
4. voor- en nadelen

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur

Argumentatieschema's 

1 Enkelvoudig

2 Onderschikkend

3 Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)

even tekenen bij opdr. 1

WANT = ARGUMENT

DUS = STELLING, STANDPUNT, CONCLUSIE

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur

11:45 - 11:55 Instructie (keuze)

Doel: Je herkent verschillende argumentatieschema's

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur

11:55 - 12:10 Zelfstandig werken 

Doel: 2 Argumentatiestructuren maken, oefenen en overige opdrachten inplannen. 

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur, LES 1

12:45 - 13:00 Lezen! 

13:00 - 13:25 Theorie drogredenen

Doel: je kunt drogredenen herkennen. (Nieuw Nederlands 4 Argumenteren 'Drogredenen')

Keuze 1: Valentijnsbrief vol drogredenen 

Keuze 2: Zelfstandig theorie doorlezen en drogredenen met een zelfverzonnen voorbeeld overnemen in het schrift. Valentijnsbrief ontcijferen...

13:25 - 13:48 Kies...

Keuze 1: Nakijken van gemaakt werk (antwoorden online of bij docent)

Keuze 2: Woordenschrift Pensum 3 afmaken (krant bij mediatheek)

Keuze 3: Maak alleen of samen de oefeningen bij Arg. 3 & 4. (Studiewijzer)

argumenteren op het Jordan...

Docent: "Je loopt erg achter hè?"

Leerling: "Tja, erg... ik werk eraan."

Docent: "Ik wil je helpen: ik wil je graag donderdag in de verplichte 'keuze' zien. Dan kun je lekker bijwerken."

Leerling: ... (moppergezicht/ zucht/ blijft stil)...

Wat zou de leerling kunnen zeggen om de docent van repliek te dienen? 

Welk argumentatieschema hanteert de docent? Beetje impliciet? 

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur, LES 1

Valentijn...

13:00 - 13:15 Oefening met drogredenen (keuze) 

"Beste ...,

Jij hoort bij mij, want...

ten eerste...

ten tweede...

ten derde...

etc...

Een vals dilemma 1/12

Er wordt gedaan alsof er slechts een keuze is tussen twee mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid veel meer mogelijkheden zijn. Voorbeeld:

De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.

Er worden twee opties aangedragen: óf de wetenschap moet het kunnen verklaren (optie A) óf graancirkels zijn het werk van aliëns (optie B). Dit zijn echter niet de enige opties. Misschien is de wetenschap momenteel niet zo ver dat ze het fenomeen kan verklaren, maar is ze dat over 10 jaar wel. Er kunnen dus meerdere verklaringen zijn voor het fenomeen.

De verkeerde vergelijking 2/12

Er worden twee zaken onterecht met elkaar vergeleken. Dit zijn dus zaken die eigenlijk niet te vergelijken zijn. Voorbeeld:

Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?

In dit voorbeeld worden geschiedenislessen vergeleken met oude kleren. Dit is geen sterk argument, omdat dit onlogische en geen relevante dingen zijn om met elkaar te vergelijken.

De overhaaste generalisatie 3/12

Er wordt uit een enkel geval of een enkele situatie een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt. Voorbeeld:

Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het drinken van cola is dus gezond.

Het feit dat één persoon toevallig cola dronk en oud werd, is geen bewijs om te kunnen zeggen dat cola gezond is. Misschien zou deze persoon wel 100 zijn geworden als ze geen cola had gedronken.

De cirkelredenering 4/12

Er wordt eigenlijk helemaal geen argument gegeven, maar het standpunt wordt in andere woorden herhaald. In een cirkelredenering wordt dus geen nieuwe informatie gegeven. Voorbeeld:

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.

In dit voorbeeld wordt er twee keer hetzelfde gezegd. Je kunt de cirkelredenering omdraaien: Ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt, omdat ik vrijheid van meningsuiting erg belangrijk vind. De vraag blijft: waaróm vindt deze persoon dit zo belangrijk? Er is dus geen onderbouwing van het standpunt, wat het een zwakke argumentatie maakt.

De persoonlijke aanval 5/12

De persoon (de ‘tegenstander’) wordt aangevallen en niet zijn of haar argumenten. Voorbeeld:

Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!

Door iemand persoonlijk aan te vallen, trek je zijn of haar geloofwaardigheid in twijfel, terwijl hier geen reden voor is. Iemand die te zwaar is kan best veel weten over gezond en gevarieerd eten. Er wordt hier op de man gespeeld in plaats van op de bal.

Het ontduiken van de bewijslast 6/12

Er wordt niks bewezen; er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is. Voorbeeld:

Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?

Soms wordt er bij het ontduiken van bewijslast ook geprobeerd om de ander het tegendeel te laten bewijzen. De bewijslast wordt dus omgedraaid. Voorbeeld:

Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen?!

Bij beide voorbeelden geldt dat de standpunten (respectievelijk: die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie en natuurlijk moeten we meer bewegen) niet worden onderbouwd.

Het vertekenen van het standpunt 7/12

Er worden woorden in de mond van de ‘tegenstander’ gelegd die hij of zij helemaal niet zo bedoelde. Voorbeeld:

Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.

Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!

Misschien vindt deze man helemaal niet dat zijn vrouw snel geïrriteerd is of een kort lontje heeft, maar zij legt hem wel deze woorden in de mond.

Het bespelen van het publiek 8/12

Er wordt iets beweerd waar je als publiek niet snel tegenin durft te gaan. Voorbeeld:

U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.

Hier zal je niet snel tegenin durven gaan, omdat je dan indirect zegt dat jij niet slim bent. Toch is het juist wél slim om te vragen naar een onderbouwing van het standpunt, omdat deze ontbreekt.

Een onjuist beroep op een autoriteit 9/12

Er wordt een bekend persoon aangehaald om het standpunt mee te onderbouwen, maar deze persoon heeft weinig te maken met de zaak. Voorbeeld:

De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!

Het feit dat Gordon dit heeft gezegd op tv, wil niet zeggen dat het dan ook waar is. Gordon is immers een zanger en geen econoom.

Een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap 10/12

Er wordt extra nadruk gelegd op minder relevante kenmerken of eigenschappen, terwijl wél relevante kenmerken of eigenschappen juist worden genegeerd. Voorbeeld:

Dat meisje draagt alleen maar grijze kleren, zij is vast totaal niet creatief.

Bij dit voorbeeld wordt er nadruk gelegd op de grijze kleren van het meisje, terwijl het veel relevanter is om bijvoorbeeld na te gaan of dit meisje goed kan tekenen, schrijven of schilderen.

Het overdrijven van de voor- of nadelen 11/12

De voordelen van een kwestie worden overdreven en de nadelen worden juist niet genoemd, of andersom. Voorbeeld:

Scholen zouden een uur eerder moeten beginnen, omdat zowel de leerlingen als de docenten dan langer van hun middag kunnen genieten, meer tijd hebben voor huiswerk of het nakijken van toetsen en een gezond ochtendritme ontwikkelen.

Bij dit voorbeeld worden meerdere voordelen gegeven van het vroeger beginnen van scholen. Nadelen (niet iedereen is een ochtendmens, leerlingen en docenten voelen zich niet uitgeslapen, et cetera) worden genegeerd.

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie 12/12

Er wordt gedaan alsof er een verband is tussen de oorzaak en het gevolg van iets, terwijl dit verband niet bestaat of niet bewezen is. Voorbeeld:

Sinds het verboden is om te appen op te fiets, zijn er minder dodelijke verkeersongevallen geweest. Appen op de fiets zorgt dus voor veel doden.

Het kan ook toeval zijn dat er minder dodelijke verkeersongevallen zijn geweest. Het is niet bewezen dat appen op de fiets zorgt voor veel doden, dus dit is geen sterk argument.

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur, LES 1

Valentijn...

13:00 - 13:15 Oefening met drogredenen (keuze) 

"Beste ...,

Jij hoort bij mij, want...

ten eerste...

ten tweede...

ten derde...

etc...

Examentraining 

Nederlands!

Ingrid Hordijk-Deinum

[e-mail]

aanwezig: di, do, vr

Nederlandse taal en literatuur, LES 1

Valentijn...

13:00 - 13:15 Oefening met drogredenen (keuze) 

"Beste ...,

Jij hoort bij mij, want...

ten eerste...

ten tweede...

ten derde...

etc...