pvw + ww SER (jaar 1)

Persoonlijk voornaamwoorden + Werkwoord SER
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Persoonlijk voornaamwoorden + Werkwoord SER

Slide 1 - Slide

Verbo SER

Slide 2 - Slide

Kies het juiste lidwoord:

1. ____chica.
A
la
B
el
C
las
D
los

Slide 3 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

2. ____hermanos.
A
la
B
el
C
las
D
los

Slide 4 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

3. ____piscina.
A
un
B
unos
C
unas
D
una

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

4. ____pueblos.
Dorp
A
un
B
unos
C
unas
D
una

Slide 6 - Quiz

Zet deze woord om naar het meervoud.

'la ciudad'

Slide 7 - Open question

Zet deze woord om naar het meervoud.

'el amigo'

Slide 8 - Open question

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Los pronombre personales

Slide 11 - Slide

Hoe zeg je "wij" in het Spaans?
A
nosotros
B
vosotros
C
ellos

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je "jullie" in het Spaans?
A
nosotros
B
vosotros
C
ellos

Slide 13 - Quiz

Hoe zeg je "zij" in het Spaans?
A
nosotros
B
vosotros
C
ellos

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord zijn 
El verbo ser

Slide 15 - Slide

El verbo 'SER'
elke persoon een vervoeging

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Nosotros ______de Francia.
A
somos
B
sois
C
eres
D
soy

Slide 18 - Quiz

Yo______italiano.
A
somos
B
soy
C
sois
D
son

Slide 19 - Quiz

María_______ doctora.
A
soy
B
son
C
es
D
sois

Slide 20 - Quiz

Ana y Mario _______ de México.
A
sois
B
es
C
somos
D
son

Slide 21 - Quiz

Ser: Zijn
Ser: Zijn
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
soy
 eres
 es
 somos
sois
son

Slide 22 - Drag question

¡Hola! yo __________Francis. 
Él ___________ español. 
Ellos  _______________amigos. 
¿De dónde ___________  tú?
Nosotros _____ de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 23 - Drag question