2.5 Gezonde voeding

Terugblik
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Terugblik

Slide 1 - Slide

Wat is een voedingsmiddel?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Fruit en groente
C
Mineralen, vitaminen en water
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende voedingsstoffen is het meest energierijk?
A
eiwitten
B
mineralen
C
vetten
D
vitamines

Slide 3 - Quiz

Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
koolhydraat-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen

Slide 4 - Drag question

In welke zin staan alleen maar voedingsmiddelen?
A
Eiwit, melk, vet, brood
B
Eiwit, olie, zetmeel, water
C
Eiwit, vet, zetmeel, water
D
Ei, melk, brood, margarine

Slide 5 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn beschermstoffen?
A
Eiwitten
B
Vitaminen en mineralen
C
Koolhydraten
D
Water

Slide 6 - Quiz

11. Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 7 - Drag question

Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van bouwstoffen?
A
Mineralen
B
Water
C
Vitaminen
D
Eiwitten

Slide 8 - Quiz

Koolhydraten komen voor in de volgende voedingsmiddelen...
A
vlees, yoghurt, ei
B
spaghetti, brood, aardappelen
C
ei, yoghurt, aardappelen
D
yoghurt , vlees, brood

Slide 9 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Allemaal

Slide 10 - Quiz

     enzym
verteringsproduct
  voedingsstof

Slide 11 - Drag question

2.5 Gezonde voeding

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
  • 8 Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • 9 Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
  • 10 Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.

Slide 13 - Slide

Schijf van 5
  • De schijf van vijf bestaat uit vijf vakken.
  • Elk vak bevat een groep van 
     voedingsmiddelen die we dagelijks nodig
     hebben.
  • Als je elke dag iets eet uit elk vak dan 
     krijg je alle voedingsstoffen binnen. 
  • De vakken zijn niet even groot.
  • Uit de grote vakken eet je meer dan uit      de kleine vakken.
  • De grote vakken bevatten plantaardige 
     voedingsmiddelen.
www.voedingscentrum.nl

Slide 14 - Slide

Schijf van 5

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
Kun jij nu iets vertellen over de vakken? 
Deze  voedingsmiddelen leveren vooral zetmeel, plantaardige eiwitten, vitamines en mineralen en voedingsvezel.
Kies vooral donkere producten: Volkoren brood, zilvervliesrijst en volkoren macaroni. De vliesjes hiervan bevatten bijv. de vitamines en de mineralen en veel voedingsvezel.

Deze voedingsmiddelen leveren vooral vitamine C en voedingsvezel.
Deze voedingsmiddelen leveren vooral (dierlijke en plantaardige) eiwitten, vitamines en mineralen (o.a. kalk). Je kunt het beste de minder vette soorten kiezen. Bijvoorbeeld halfvolle melk en magere yoghurt. 
Maar: Bij vis kies je juist voor vette vis!

Deze voedingsmiddelen leveren vooral vetten en vitamines.
Het is beter om plantaardige vetten te gebruiken dan dierlijke vetten.    

Drink elke dag voldoende.
Drink je iets anders dan water / thee / koffie.
Let dan op wat er is toegevoegd (bijv. hoeveel suiker)!

Slide 15 - Slide

Adviezen en schijf van vijf

Slide 16 - Slide



1 Veel groente en fruit (groen)
Elke dag minimaal 250 gram groente en twee porties fruit is gezond. Veel groente en fruit eten verlaagt het risico op hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes.
2 Zachte en vloeibare vetten (geel)
Zachte vetten zijn goed voor je bloedvaten. Denk aan olie en halvarine.
3 Meer plantaardig, minder vlees (roze)
Dat is goed voor jou én voor het milieu. Je kunt afwisselen met vis, peulvruchten, vlees, noten en ei. Geen vlees kan ook. En neem niet meer zuivel dan nodig.
4 Vooral volkoren (oranje)
Volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, volkoren couscous: eet je er genoeg van, dan verklein je het risico op hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type 2.
5 Dorstlessers zonder suiker (blauw)
Je lichaam heeft elke dag vocht nodig, maar extra suiker? Nou nee. Daarom staan in de Schijf van Vijf dranken zonder suiker: water, koffie en thee.


Adviezen voor gezonde voeding

Slide 17 - Slide

Energie
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof, dit geeft je lichaam energie. De hoeveelheid energie in voedsel wordt aangegeven in kilojoule (afgekort: kJ). Een Marsreep levert ongeveer 1000 kJ energie, een appel ongeveer 300 kJ.
Een andere eenheid voor de energie in voedsel is de kilocalorie (kcal). 
Je kunt de eenheden naar elkaar omrekenen:
1 kcal = 4,2 kJ

Slide 18 - Slide

Energiebehoefte
Hoeveel energie je per dag nodig hebt, verschilt van persoon tot persoon. Het hangt onder andere af van je geslacht, je lichaamsgrootte, je lichamelijke inspanning en je leeftijd. Gemiddeld hebben jongens (mannen) meer energie nodig dan meisjes (vrouwen). Zolang je in de groei bent, neemt je energiebehoefte toe. Bij ouderen neemt de energiebehoefte weer af.

Slide 19 - Slide

Energiebehoefte
de hoeveelheid energie die je per dag nodig hebt. 
Factoren:
Leeftijd
Meisje / jongen
Lichaamsgrootte
Lichamelijk inspanning

Slide 20 - Slide

energieOPNAME
energieVERBRUIK

Slide 21 - Slide

in evenwicht

Slide 22 - Slide

niet in evenwicht x

Slide 23 - Slide

overgewicht
ondergewicht 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video



1 Eet normale hoeveelheden en beweeg meer.
2 Als je een tussendoortje neemt, kies er dan een met weinig vet en koolhydraten.
3 Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden. Dat betekent vaak: meer brood, meer fruit, meer groente, minder vlees en kaas.
4 Eet van de aanbevolen hoeveelheden alleen de kleinste hoeveelheid.
5 Eet helemaal geen tussendoortjes. Drink wel voldoende water of thee zonder suiker.











1 Eet op vaste tijden, minimaal drie maaltijden per dag.
2 Probeer stap voor stap meer te eten. Neem de tijd en kauw goed.3 Beweeg voldoende en eet producten met veel eiwit. Dit helpt om de spieren op te bouwen.
4 Neem wat extra vet, zoals vetter vlees,volle melk en 48+-kaas. Ook noten, avocado en vette vis zijn geschikt.
5 Eet voldoende voedingsvezels. Deze zijn nodig voor een goede darmwerking.
Afvallen                                        Aankomen
* Manier 1 is het minst streng, manier 5 is de strengste manier.

Slide 26 - Slide

Eetstoornissen
Mensen met een eetstoornis zijn in hun hoofd de hele dag bezig met eten. Ze maken zich zorgen over de invloed van eten op hun lichaam. Eten is voor hen een bron van spanning en angst.
De oorzaak van een eetstoornis is vaak psychisch. Iemand met een eetstoornis heeft meestal een negatief oordeel over zichzelf. Oorzaken van eetstoornissen kunnen zijn:
• beïnvloed worden door je cultuur of de media
• ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk (negatief zelfbeeld)
• nare gebeurtenissen in je leven
• angst om de controle te verliezen
• faalangst of perfectionisme

Slide 27 - Slide

Anorexia nervosa 
Iemand is niet te dik, maar voelt dat wel zo. Hij of zij valt daarom erg veel af en is bang om aan te komen. Iemand met anorexia heeft wel honger, maar weigert om (voldoende) te eten. Hierdoor ontstaat ondervoeding. Anorexia kan leiden tot ziekten, problemen met maag en gebit, haaruitval en zelfs overlijden.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Boulimia nervosa 
Iemand met boulimia nervosa is ook bang om dik te worden en eet ook te weinig, maar heeft daarnaast regelmatig eetbuien. Daarna braakt hij of zij het voedsel weer uit of neemt laxeermiddelen (pillen waardoor je het voedsel snel weer uitpoept). Ook bij boulimia ontstaat ondervoeding. Door het braken kan de wand van de slokdarm onherstelbaar beschadigen.

Slide 30 - Slide

Eetbuistoornis
Iemand met een eetbuistoornis heeft eetbuien, maar braakt niet en gebruikt geen laxeermiddelen. Daardoor leidt deze eetstoornis tot ernstig overgewicht (obesitas).

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

Aan het werk!
Wat? 2.5 Gezonde voeding - opdrachten 1 t/m 10.

Waar? In je online boek
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 33 - Slide