10.2 Zwanger en bevallen

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§10.2 Zwanger en bevallen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§10.2 Zwanger en bevallen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen §10.1
  • Leerdoelen
  • Uitleg §10.2
  • Aan de slag!
  • Uitleg §10.2
  • Aan de slag!
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap ontstaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de baby zich in de baarmoeder ontwikkelt.
  • Je kunt manieren beschrijven om een baby in de baarmoeder te onderzoeken.
  • Je kunt beschrijven hoe een bevalling gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe een eeneiige en twee-eiige tweeling ontstaan.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wanneer is een vrouw zwanger?
Als een man en vrouw rond het tijdstip van de eisprong (14e dag van de menstruatiecyclus) geslachtsgemeenschap hebben, kan een eicel bevrucht worden.

Bevruchting = de kern van de zaadcel smelt samen met de kern van de eicel.
- Eén nieuwe celkern ontstaat
- Gebeurt in de eileider
- Eicel ondoordringbaar voor andere zaadcellen


Celdeling
- Bevruchte eicel deelt zich steeds weer
- Bolletje cellen ontstaat
- Na +/- 6 dagen komt het bolletje cellen in de baarmoeder 


Innestelling = het bolletje cellen zet zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies.
- Vrouw is nu zwanger

Slide 5 - Slide

Wanneer is een vrouw zwanger?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)

lezen: bladzijde 22
maken: opdracht 1 t/m 7 van 10.2

eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
Daarna mag je verder werken aan de opdrachten van 10.2
timer
10:00
Aan de slag!

Slide 8 - Slide

Ontwikkeling van de baby
De eerste 12 weken
- alle organen ontstaan --> ontwikkeling
- het ongeboren kindje heet nu een embryo

Van week 12 tot geboorte
- na 12 weken ziet het kindje eruit als een heel klein mensje
- er vindt alleen nog maar groei plaats
- het ongeboren kindje heet nu een foetus

Het kindje zit in de buik in vruchtwater met vruchtvliezen eromheen
Het vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten

De moederkoek (placenta) ontstaat op de plaats waar de bevruchte eicel is ingenesteld
De moederkoek (placenta) voorziet het ongeboren kindje van voedingsstoffen en zuurstof via de navelstreng.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

De moederkoek (placenta) en navelstreng
Placenta en navelstreng
De navelstreng bestaat uit drie verschillende bloedvaten --> verbonden met de placenta
In de placenta vertakken die bloedvaten tot haarvaten
Het bloed stroomt daar dicht langs het bloed van de moeder 






Doordat de wanden erg dun zijn vindt hier uitwisseling van stoffen plaats:
 - via navelstrengader > voedingsstoffen en zuurstof vanuit moeder naar kind
 - via navelstrengslagaders > afvalstoffen en koolstofdioxide vanuit kind naar moeder

Schadelijke stoffen (alcohol, medicijnen, drugs, ziekteverwekkers) kunnen ook door wanden heen naar het kind
--> mogelijke miskraam
Na 12 weken neemt de kans op een miskraam af

Slide 11 - Slide

Prenataal onderzoek
Prenataal onderzoek = onderzoek aan de baby voor de geboorte.

Verschillende soorten prenataal onderzoek
- Echo
   met geluidsgolven een baby in de baarmoeder bekijken
   bij ongeveer 12 weken en 20 weken

- Vlokkentest
   een arts zuigt met een naald (via de vagina)
   cellen van het kindje uit de placenta op

- Vruchtwaterpunctie
   een arts zuigt met een naald een beetje
   vruchtwater uit de baarmoeder op

- NIPT test
   bloedtest om te onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat het kindje down-, edwards- of pataussyndroom heeft.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De bevalling
Na ongeveer 40 weken (9 maanden) gaat een vrouw bevallen.
Enkele weken daarvoor begint de indaling.
Indaling = de baby komt met het hoofdje naar beneden in het bekken van de vrouw te liggen.

De bevalling gaat in drie fasen
1. ontsluiting
2. uitdrijving
3. nageboorte






Een keizersnee is een operatie waarbij een chirurg een snee maakt in de buikwand van de moeder en het kind zo naar buiten haalt.
Wordt gedaan bij bijvoorbeeld: stuitligging, placenta voor de baarmoedermond of bekken te nauw.

Slide 14 - Slide

De bevalling
De bevalling gaat in drie fasen
1. Ontsluiting
    - baarmoedermond gaat open (10 cm)door weeën, vruchtvliezen breken

2. Uitdrijving
    - persweeën duwen de baby door de vagina naar buiten

3. Nageboorte
    - door weeën komt de placenta + vruchtvliezen + resten navelstreng door de vagina naar buiten.

Slide 15 - Slide

Tweelingen
Eeneiige tweeling
- ontstaan uit één eicel, splitst zich in tweeën tijdens het delen
- soms één placenta en dezelfde vruchtvliezen
- embryo’s hebben dezelfde erfelijke informatie
- altijd zelfde geslacht en lijken sprekend op elkaar


Twee-eiige tweeling
- twee eicellen komen tegelijk vrij (eisprong)
- twee eicellen worden bevrucht
- altijd twee placenta’s en eigen vruchtvliezen
- kan verschillende geslachten zijn
- erfelijke informatie net zo verschillend als broers en zussen

Slide 16 - Slide

Tweelingen

Slide 17 - Slide

Afsluiten
  • Pak je Plenda
      - maandag 20 januari
      - 3e lesuur BIO
      - m: 1 t/m 31 van 10.2

  • Volgende les
      - Uitleg 10.3

  • Vragen?

  • Opruimen

Slide 18 - Slide