4.1 + 4.2

Welkom klas 2
Doe je telefoon in de telefoontas!
Neem je laptop voor je.
Neem je schrift en je pen voor je.
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom klas 2
Doe je telefoon in de telefoontas!
Neem je laptop voor je.
Neem je schrift en je pen voor je.

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Maak introductievragen online van H4 (5 min)
  2. Geen laptop? Lees dan theorie 4.1 goed door (blz. 124-126) 
  3. Uitleg 4.1 (7 min)
  4.  Lees theorie 4.1 goed door (blz. 124-126) (5 min)
  5. Zelfstandig werken aan opdrachten 4.1 (opdracht 1 t/m 9 + 11 blz.127 - 130) (15 min)
  6. Oefen met V-trainer online (Stroommeter aflezen)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Schrijf op in je schrift:
1 ampère (A) = 1000 milli-ampère (mA)
1 milli-ampère (mA) = 0,001 ampère (A)

Slide 11 - Slide

Vul in:
2 A = .......... mA

Slide 12 - Open question

Vul in:
1,34 A = .......... mA

Slide 13 - Open question

Vul in:
22 mA = ....... A

Slide 14 - Open question

Vul in:
350 mA = ........ A

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aan het werk:
  1.  Lees theorie 4.1 goed door (blz. 124-126) (5 min)
  2. Zelfstandig werken aan opdrachten 4.1 (opdracht 1 t/m 9 + 11 blz.127 - 130) (15 min)
  3. Nakijken opdrachten 4.1 (5 min)
  4. Oefen met V-trainer online (Stroommeter aflezen)
  5. Oefenen met flitskaarten (onderin naast de Test Jezelf)
  6. Test jezelf 4.1 maken online

Wat je niet af hebt in de klas wordt huiswerk!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron

Slide 23 - Quiz

Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje

Slide 24 - Quiz

welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte.
Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Als je de stroom uitschakelt, is de spanning ook verdwenen.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.
D
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.

Slide 29 - Quiz

Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte

Slide 30 - Quiz

Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt

Slide 31 - Quiz

Hoort deze uitspraak bij spanning of stroomsterkte?

Uitgedrukt in Volt
A
spanning
B
stroomsterkte

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Sleep de spanningsbronnen naar de juiste spanning.
4.5 V
6 V
230 V
10.000 V
Platte batterij
Stopcontact
Centrale
Dynamo

Slide 34 - Drag question

6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Sleep de teksten die bij een spanningsbron horen naar het woord.
Spanningsbron
batterij
levert elektriciteit
heeft een plus en minpool
heeft een noord en zuidpool
stopcontact
dynamo
zorgt dat er stroom kan lopen
op de polen van de batterij staat stroom
op de polen van de batterij staat spanning

Slide 38 - Drag question

Aan het werk:
  1. Lezen: theorie paragraaf 4.1 goed door
  2. Maken: opdrachten 1 t/m 9 Online of in je Werkboek
  3. Oefen met de Vaardigheidstrainer (Naast opdracht 12)
  4. Oefenen met flitskaarten (onderin naast de Test Jezelf)
  5. Test jezelf 4.1 maken
  6. Lezen: theorie paragraaf 4.2 goed door
  7. Maken: opdrachten 1 t/m 8 Online of in je Werkboek
  8. Oefen met de Vaardigheidstrainer
  9. Oefenen met flitskaarten (onderin naast de Test Jezelf)
  10. Test jezelf 4.2 maken

Slide 39 - Slide

Aan het werk:
  1. Lezen: theorie paragraaf 4.2 goed door
  2. Maken: opdrachten 1 t/m 8 Online of in je Werkboek
  3. Oefen met de Vaardigheidstrainer
  4. Oefenen met flitskaarten (onderin naast de Test Jezelf)
  5. Test jezelf 4.2 maken

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Proefopstelling proef 1, blz. 173
De volgende 3 dia's laten de proefopstellingen zien.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Proefopstelling proef 2, blz. 174
De volgende 4 dia's laten de proefopstellingen zien.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Programma
  1. Maak introductievragen online van H4 (10 vragen)
  2. Klaar? Lees theorie 4.1 goed door.
  3. Uitleg 4.1
  4. Zelfstandig werken aan opdrachten 4.1 (opdracht 1 t/m 9)
  5. Oefen met Vaardigheidstrainer online (Naast opdracht 12)

Slide 52 - Slide