This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoe goed heb je geleerd voor de toets ?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
Slide 2 - Slide
Welke soort zag je net op de afbeelding ?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Welke soort zag je zojuist op de afbeelding ?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Welke soort zag je op de afbeelding ?
A
Kousebandslang
B
Korenslang
C
Melkslang
D
Boa Constrictor
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Welke soort zag je net op de afbeelding ?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Welke soort zag je net op de afbeelding ?
A
Muskusschildpad
B
Zaagrugschildpad
C
Sierschildpad
D
Vierteen landschildpad
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Welke soort zag je net op de afbeelding ?
A
Blauwtongskink
B
Teju hagedis
C
Halsbandleguaan
D
Roodkeelanolis
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Welke soort zag je net op de afbeelding ?
Slide 15 - Open question
Welke groepen eters worden er vertegenwoordigd binnen de groep hagedissen?
A
Omnivoren, Carnivoren & Herbivoren
B
Herbivoren & Omnivoren
C
Carnivoren & Herbivoren
D
Carnivoren & Omnivoren
Slide 16 - Quiz
Welke groepen eters worden er vertegenwoordigd binnen de groep slangen?
A
Carnivoren & omnivoren
B
Herbivoren
C
Carnivoren
D
Omnivoren
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Hoe heet het type huisvesting op de vorige afbeelding ?
A
Paludarium
B
Riparium
C
Aquarium
D
Aquarium
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Welk type huisvesting is geschikt voor de pijlgifkikker die je net op de afbeelding zag staan ?
A
Aquarium
B
Riparium
C
Aquarium
D
Paludarium
Slide 21 - Quiz
Benoem de 4 belangrijke elementen die in gevangenschap het klimaat bepalen.
Slide 22 - Open question
HUISVESTING = KEUZE DIERSOORT * Omvang van de diersoort Welke 2 hoofzaken moet je weten van je diersoorten om tot goede huisvesting te komen ?
Slide 23 - Open question
Sproeien (luchtvochtigheid) is een vaste verzorgingstaak, noem er ten minste nog vier.
Slide 24 - Open question
Doordat terrariumdieren ecto-thermisch zijn moet je in het verblijf w.b.t temperaturen zorgen voor ?
A
Hoge tempraturen
B
Lage tempraturen
C
Verschillende temperaturen in het verblijf
D
Dezelfde tempraturen in het verblijf
Slide 25 - Quiz
Leg uit waarom je insecten etende dieren vaak een vitamine / mineralen mengsel moet aanbieden en waarom dit bijvoorbeeld voor slangen minder belangrijk is.
Slide 26 - Open question
Wat kunnen slangen niet, maar hagedissen en krokodillen wel?
A
Graven
B
Zwemmen
C
Sissen
D
Ogen sluiten
Slide 27 - Quiz
Hoe heet het reukorgaan (H) van slangen en varanen, dat in de bovenkant van hun bek zit?
A
Ampul van Lorenzini
B
Malpighiaans Orgaan
C
Orgaan van Jacobson
D
Holte van Nasaliatus
Slide 28 - Quiz
Wat geeft een witte waas aan, op de ogen bij slangen?
A
de slang snel zal vervellen
B
blindheid
C
parasieten besmetting
D
een virus
Slide 29 - Quiz
Hoe noem je het meetapparaat voor luchtvochtigheid?
A
Seismograaf
B
Hygrometer
C
Barometer
D
Thermometer
Slide 30 - Quiz
Welk probleem kom je vaak tegen bij Herpeten die te weinig of geen vitamine D3 (en calcium) hebben gehad?