1b. Woorden opzoeken A1
Woorden opzoeken
1 / 24
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 24 slides, with text slides.
Items in this lesson
Woorden opzoeken
Slide 1 - Slide
Taalcompleet 7.9
Pak je woordenlijst thema 7.9
Welke woorden?
Wat betekenen de woorden?
Slide 2 - Slide
Woorden opzoeken in het woordenboek
Het alfabet
Slide 3 - Slide
Het alfabet
Slide 4 - Slide
Woorden opzoeken in het woordenboek
De woorden in het woordenboek staan op alfabet.
Wie kan het alfabet opzeggen!
teen
leen
been
aap
sneeuw
Slide 5 - Slide
Opdracht
Klascement
Vul eerst het alfabet aan.
Schrijf nadien de woorden in de juiste volgorde van het alfabet over.
Slide 6 - Slide
Opdracht
Zeg het alfabet op.......................
Pak je woordenlijst thema 7.9
Welke woorden?
Slide 7 - Slide
Woorden opzoeken in het woordenboek
Ken je een woord niet? Je kunt dan opzoeken wat het woord betekent.
Slide 8 - Slide
bruin
beer
chocolade
fiets
water
______________
______________
_______________
________________
__________________
weg
links
deur
daar
woord
----------------
----------------
-------------------
---------------------
----------------------
Slide 9 - Slide
Opdracht
Slide 10 - Slide
Woorden opzoeken
Slide 11 - Slide
Het alfabet
Slide 12 - Slide
Woorden opzoeken in het woordenboek
Ken je een woord niet? Je kunt dan opzoeken wat het woord betekent.
Woordenlijst thema 7.9 ( welke woorden?)
Slide 13 - Slide
woorden opzoeken
hele werkwoord
Hij eet een appel.Ik reis met de trein.
ik neem de bus.
De docent schrijft op het bord.
Ik bel mijn moeder.
In het woordenboek staat het hele werkwoord/infinitief.
Welk woord zoek je in het woordenboek?
Slide 14 - Slide
Welk woord zoek je in het woordenboek?
__________________
1.Alice vraagt de weg. .................................2.Ik reis met de trein. .................................
3.Ik schrijf een brief. .................................
4. Zij leest een boek. .................................
Zoek de 4 woorden op in het woordenboek.
Wat staat er in het woordenboek?
Slide 15 - Slide
vragen
reizen
schrijven
lezen
Slide 16 - Slide
Betekenis van woorden opzoeken
Slide 17 - Slide
Betekenis van woorden opzoeken in het woordenboek
De woorden in het woordenboek staan op alfabet.
Wie kan het alfabet opzeggen!
Bij woorden met dezelfde eerste letter kijk je naar............
bruin-baan- beer-breek
Slide 18 - Slide
woorden opzoeken in het woordenboek
De betekenis van werkwoorden opzoeken :
Welk woord zoek je op?
De jongen loopt op straat. _________________________
Ik ben een leerling in BiV. __________________________
Ik lees een leuk boek. ___________________________
Ik verhuis naar Purmerend. _____________________________
Slide 19 - Slide
Woordenlijst thema 7.9
Vormen van een woord
boot regel medicijnbootje regeltje medicijnen
booten regels
blauw In het woordenboek zoek je naar de
blauwe kortste vorm
Slide 20 - Slide
Welk woord zoek je in het woordenboek?
1. Heeft u een momentje? ____________________
2. U moet twee pillen innemen. _____________________
3. De druiven zijn lekker. _______________________
4. Het vorkje ligt op tafel. ________________________
5. Ik woon in Edam. __________________________
6. Hij draagt een lange broek. ___________________________
7. De bussen rijden niet. ___________________________
Slide 21 - Slide
Wat heb je geleerd over de betekenis van woorden opzoeken?
Slide 22 - Slide
De betekenis van woorden opzoeken in het woordenboek
Woordenlijst 7.9
betekenis- passen
Veel woorden hebben meer betekenissen. Welke betekenis heb je nodig? Kijk naar de hele zin. Kies de betekenis die in de zin past.
Slide 23 - Slide
Welke betekenis past?
De toets is makkelijk.
Ik schrijf op het bord.
.............................
..................................
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
- Lesson with 24 slides by SCORE Nederlands vo/mbo
NederlandsMiddelbare schoolMBOPraktijkonderwijsvmbo, mavoLeerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
