Elektrische schakelingen

Electriciteit
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Electriciteit

Slide 1 - Slide

Electriciteit

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Gevaren statische elektriciteit

Slide 4 - Slide

Statische elektriciteit - lading
Te veel elektronen
Te veel elektronen
Negatieve lading
Te weinig elektronen
Te weinig elektronen
Positieve lading
Elektronen - Protonen gelijk
Evenveel elektronen
als protonen
Geen lading (neutraal)

Slide 5 - Slide

Elektroscoop

Slide 6 - Slide

Statische elektriciteit - afstoten
Gelijke ladingen stoten elkaar af

Slide 7 - Slide

Statische elektriciteit - aantrekken
Ongelijke ladingen trekken elkaar aan

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen statische elektriciteit en gewone elektriciteit?

Slide 9 - Open question

0

Slide 10 - Video

Bij voorgaande stroomkring...
A
loopt de batterij stilletjes leeg
B
is er geen verbruik; de batterij blijft vol
C
is er een kortsluiting; de batterij loopt onmiddellijk leeg
D
brandt de lamp

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Spanningsbronnen
Spanningsbron --> levert elektrische energie
Spanning is in volt (V)


Slide 13 - Slide

Spanning geef je weer in
A
Ampere (A)
B
Volt (V)
C
Spanning (S)
D
Watt (W)

Slide 14 - Quiz

Electrische stroom
Wanneer de spanningsbron verbonden wordt met 
geleidende draden (koper) en er een verbruiker is 
(vb. lamp--> stroomt er electrische stroom
Stroomsterkte wordt uitgedruktin ampère (A)


Slide 15 - Slide

Hoe teken je een schakeling?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Serieschakeling
Er is maar 1 stroomkring (dus geen vertakkingen)
Stoomsterkte is OVERAL hetzelfde

Slide 18 - Slide

Parallelschakeling
Er zijn vertakkingen die elk een stroomkring vormen met de batterij

De stroomsterkte in 1 tak is bijv. 1/2 van het totaal

Slide 19 - Slide

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 20 - Quiz

Wat geeft dit symbool aan
A
Stoommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 21 - Quiz

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 22 - Quiz

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Schakelaar
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 23 - Quiz

In een serieschakeling is de stroomsterkte ........
A
Over al hetzelfde
B
Verdeeld over de verschillende vertakkingen

Slide 24 - Quiz

In een parallelschakeling is de stroomsterkte ............
A
Overal hetzelfde
B
Verdeeld over de verschillende vertakkingen

Slide 25 - Quiz

Koppel de tekening aan een van de twee soorten schakelingen.
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 26 - Drag question