NOVA H7 les 3 Halfreacties en redoxkoppels

  • DEZE LES





Deze les nodig:
- schrift
- pen
- laptop
- Binas
NOVA HAVO5      Les 3
halfreacties en redoxkoppels
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • DEZE LES





Deze les nodig:
- schrift
- pen
- laptop
- Binas
NOVA HAVO5      Les 3
halfreacties en redoxkoppels

Slide 1 - Slide

Deze les:
- wat weet je nog van de vorige les?
- vragen/problemen bij het huiswerk?
- Ox en RED herkennen
- redoxkoppels
- halfreactie geven van OX of RED

Slide 2 - Slide

Check voorkennis
wat heb je geleerd van de vorige lessen?

Slide 3 - Slide

een ongeladen atoom
check atoombouw
A
heeft evenveel protonen als neutronen
B
heeft evenveel protonen als elektronen
C
heeft evenveel neutronen als elektronen

Slide 4 - Quiz

een negatief ion
check atoombouw
A
heeft meer protonen dan elektronen
B
heeft minder protonen dan elektronen
C
heeft meer elektronen dan protonen
D
heeft minder elektronen dan protonen

Slide 5 - Quiz

een positief ion
check atoombouw
A
heeft meer protonen dan elektronen
B
heeft minder protonen dan elektronen
C
heeft meer elektronen dan protonen
D
heeft minder elektronen dan protonen

Slide 6 - Quiz

Dit is een RED-OX reactie
Mg (s)              +              2 H+             --> Mg2+  + H
staat e- af               neemt e- op
       =                                     =
REDuctor                 OXidator
vorige les

Slide 7 - Slide

elektronenoverdracht
Een reactie waarbij elektronen worden overgedragen van het ene deeltje naar het andere deeltje noem je een REDOXreactie

Je herkent een redoxreactie aan het veranderen van de lading van de deeltjes
(dit was huiswerk opgave 5)

Slide 8 - Slide

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
timer
3:00
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
CH4 + 2O2 --> CO2 + 2H2O
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag

Slide 9 - Drag question

verbranding
Bij verbrandingsreacties is de ladingsverandering niet altijd zo duidelijk te herkennen. Leer daarom het volgende:

Alle verbrandingsreacties zijn redoxreacties
De stof zuurstof (O2) is hierbij altijd de OXidator
NOTEER
EN LEER

Slide 10 - Slide

Hoe goed kun jij redoxreacties herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 12 - Slide

Na afloop van deze les
- Kun je aangeven welk deeltje OX of RED is
- kun je de halfreactie geven van een oxidator en reductor
- weet je wat een redoxkoppel is

Slide 13 - Slide

welke ionlading hoort bij de volgende deeltjes?
lading 1+
lading 2+
lading 3+
lading  1-
lading 2-
Cu
Na
Zn
K
S
F
Cl
Mg
Al
O

Slide 14 - Drag question

Aantekening maken
Je krijgt nu een handig overzicht om te leren of een deeltje kan reageren als OX of als RED.
Maak in je schrift 2 kolommen:
OXidator
(neemt e- op)
REDuctor
(staat e- af)

Slide 15 - Slide

OXIDATOR
(neemt e- op)
  • positieve metaalionen en H+



                       REDUCTOREN
(staat elektronen af)
  • metaalatomen en het molecuul H2

NOTEER EN LEER

Slide 16 - Slide

OXIDATOR
= neemt elektronen op:
  • positieve metaalionen en H+
want het ion:
- heeft minder elektronen
   dan protonen (kan dus e- opnemen)


                       REDUCTOREN
= staat elektronen af:
  • metaalatomen en het molecuul H2

Slide 17 - Slide

OXIDATOR
= neemt elektronen op:
  • positieve metaalionen en H+
want het ion:
- heeft minder elektronen
   dan protonen (kan dus e- opnemen)


                       REDUCTOREN
= staat elektronen af:
  • metaalatomen en het molecuul H2

uitzondering:
Fe2+ kan OX én RED zijn
OX: Fe2+ neemt 2e- op en wordt Fe
RED: Fe2+ staat 1e- af en wordt Fe3+ 

Slide 18 - Slide

OXIDATOR
= neemt elektronen op:
  • positieve metaalionen en H+
want het ion:
- heeft minder elektronen
   dan protonen (kan dus e- opnemen)


                       REDUCTOREN
= staat elektronen af:
  • metaalatomen en het molecuul H2
want:
als ze e- afstaan ontstaan de positief geladen metaalionen en H+

uitzondering:
Fe2+ kan OX én RED zijn
OX: Fe2+ neemt 2e- op en wordt Fe
RED: Fe2+ staat 1e- af en wordt Fe3+ 

Slide 19 - Slide

OXIDATOREN (vervolg)
  • de moleculen
Cl2, F2, I2 en Br2 en S en O2 

                 REDUCTOREN (vervolg)
  • negatieve niet-metaalionen (Cl-, F-, Br-, S2-, O2-)

NOTEER EN LEER

Slide 20 - Slide

OXIDATOREN (vervolg)
  • de moleculen
Cl2, F2, I2 en Br2 en S en O2 
want:
als ze e- opnemen ontstaan de negatief geladen niet-metaalionen
(Cl-, F-, Br-, S2-, O2-)
                 REDUCTOREN (vervolg)
  • negatieve niet-metaalionen (Cl-, F-, Br-, S2-, O2-)
want het ion:
- heeft meer elektronen
   dan protonen
- en kan dus elektronen
   afstaan
NOTEER EN LEER

Slide 21 - Slide

Zijn deze deeltjes oxidator, reductor of beide? 
sleep de deeltjes naar het juiste blok.
timer
3:00
(thuis oefenen: huiswerk opgave 3 en 4)
Oxidator

Oxidator & Reductor
Reductor

Ba
Al3+
Se
S2-
H+
Fe2+
Cu+
Zn

Slide 22 - Drag question

huiswerk (thuis): opgave 3
Leg met behulp van de atoombouw uit waarom metalen altijd RED zijn
Leg met behulp van de atoombouw uit waarom halogenen altijd OX zijn

TIP: waar staan de metalen in het Periodiek Systeem? En de halogenen? Neem als voorbeeld een metaal en een halogeen met ongeveer 10 protonen in de kern.  Wat was ook alweer edelgasconfiguratie?

Slide 23 - Slide

Geef in deze redoxreactie aan welk deeltje de oxidator en welk deeltje de reductor is.
TIP: hoe verplaatsen de elektronen?
2Cl(aq)+Zn2+(aq)>Cl2(aq)+Zn(s)
(thuis verder oefenen: huiswerk opgave 6)
Oxidator
Reductor

Slide 24 - Drag question

Halfreacties

RED                      OX                                                                    
Deze reactie is opgebouwd uit twee halve reacties:
halfreactie RED: 2Cl- staat 2 elektronen af en wordt Cl2
halfreactie OX: Zn2+ neemt 2 elektronen op en wordt Zn 
2Cl(aq)+Zn2+(aq)>Cl2(aq)+Zn(s)

Slide 25 - Slide

                RED                      OX                                                                    
Halfreacties noteer je zo:
halfreactie RED:             2Cl- -> Cl2 + 2e   (elektronen NA de pijl)
halfreactie OX: Zn2+  + 2e- -> Zn      (elektronen VOOR de pijl)
2Cl(aq)+Zn2+(aq)>Cl2(aq)+Zn(s)

Slide 26 - Slide

halfreactie
halfreactie: Na --> Na+ + e-  

H4 - Zouten
Dezelfde uitleg, maar nu met plaatjes:
+

Slide 27 - Slide

halfreactie
halfreactie: Cl + e- --> Cl-  

H4 - Zouten
+

Slide 28 - Slide

halfreactie
door het verplaatsen van elektronen hebben alle deeltjes  edelgasconfiguratie
gekregen

Slide 29 - Slide

even oefenen, pak je schrift:
a. Geef de halfreactie van de omzetting van Ni in Ni2+


b. Geef de halfreactie van de omzetting van Fe3+ in Fe2+

Slide 30 - Slide

Redoxkoppels
Ni --> Ni2+ + 2e                             Fe3+ + e- --> Fe2+


De OX en RED in een halfreactie vormen een KOPPEL: 
een REDOXKOPPEL
Uit de RED Ni ontstaat altijd de OX Ni2+
Uit de OX Fe3+ ontstaat altijd de RED Fe2+

Slide 31 - Slide

Noteer 3 dingen die je geleerd
hebt deze les
timer
2:00

Slide 32 - Open question

Eigen werk
  • MAAK: Opgave 3, 4 en 6 en kijk na (ELO of online)
  • LEER: H7.1 blz 14 tm 16
  • LEER: de ionen in tabel 1 op blz 23 (H7.2)

Slide 33 - Slide