ACT 5 ONDERWEG

• WO
• Lager onderwijs

ACT 5 ONDERWEG

ACTIVITEIT 5

ONDERWEG

geen Chromebook nodig

Zijn jullie ooit al eens op reis geweest naar een ver land? 

Hoelang waren jullie onderweg? 

Verlangde je er nadien naar om terug te keren naar huis? 

Majid is al heel lang onderweg en hij verlangt er ook erg naar om terug thuis te zijn. Alleen heeft hij misschien de pech dat zijn thuis niet meer bestaat.

Geef een reden waarom mensen kunnen migreren...

werk , liefde, ... 

content.plantyn.com

• Hoe oud was Majid toen hij moest vluchten? (vijf jaar)

• Waarvoor moest hij vluchten? (de oorlog in zijn stad)

• Hoe is hij gevlucht? (met de boot en te voet)

• Hoe voelde hij zich en waarom? (triest, omdat zijn mama en zijn

broertjes achterbleven)

• Wanneer kan Majid weer naar huis? (Dat weet niemand.)

We leren meer over wat het is om een vluchteling te zijn.

We leren waarom mensen vluchten.

We leren welke gevolgen dat vluchten heeft.

koffers met een verhaal

Vertel dat elke koffer van iemand is die onderweg is

geweest. Met behulp van de inhoud van de koffers kunnen de leerlingen

de vragen in de werkbundel oplossen.

Vertel dat ze de teksten goed moeten lezen. Ze zullen straks hun mening

over de teksten moeten delen met de klas.

Verdeel de klas in zes heterogene groepjes (sterke en zwakke lezers). Elke

groep kiest een koffer om mee te starten. Na vijf minuten geef je een

signaal waarop de groepen doorschuiven naar de volgende koffer. Per

koffer lossen ze de vragen in de werkbundel op.

IMMIGRANT

Iemand die als nieuwe inwoner in een land komt wonen.

EMIGRANT

Iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen.

Was Rosa een immigrant
of een emigrant?

1. immigrant
2. emigrant

Was Liesbeth een
immigrant of een
emigrant?

1. immigrant
2. emigrant

Wat is een ander woord voor migrant?

nieuwkomer

Migreren mensen uit België ook?

Ja

Nee

Waren Louis en Eveline,
de ouders van Anjes,
ook migranten?

1. ja
2. nee

het waren vluchtelingen

Wat is een vluchteling?

1. Iemand die als nieuwe inwoner in een land komt wonen.
2. Iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen.
3. Iemand die zijn eigen land verlaat om een veilige plek te zoeken.
4. Iemand die op vakantie gaat naar een ander land

Waarom vluchten mensen?

oorlog, vervolging, armoede, klimaat, ... 

Wanneer zijn er veel Belgen gevlucht?

tijdens de eerste en tweede wo

Wat is een mensensmokkelaar?

1. Iemand die met mensen op vakantie gaat.
2. Iemand die met mensen naar het buitenland gaat.
3. Iemand die in het geheim vluchtelingen naar Europa brengt in ruil voor veel geld.
4. Iemand die mensen stiekem meeneemt om samen te leven.

Waarom zijn Baba en
Maalik gevlucht?

omdat ze homo zijn

Deden ze iemand
kwaad in hun
land?

1. ja
2. nee

nee

Is Mehman kunnen
vluchten?

1. ja
2. nee

nee

Waarom pakte men hem op?

1. omdat hij een eigen, andere mening had dan die van de regering
2. hij had iemand vermoord
3. omdat hij iets gestolen had

Mag je in België een eigen mening hebben?

1. ja
2. nee

Ja, je hebt zelfs als kind al het recht op een eigen mening. 

Mag je alles zomaar doen met je eigen mening?

1. Ja
2. nee

Nee, je moet je nog steeds aan de wet houden, maar je mag ander over de dingen denken. Je mag je eigen mening hebben en je mag die uiten zonder dat men je daarvoor straft. 

Waar vangt men vluchtelingen
op die in België aankomen, zoals Wallid?

in een asielcentrum

p. 20

STELLINGEN SPEL

akkoord                                 niet akkoord

1 Vluchtelingen moeten geholpen worden.

2 Iemand die hier wil blijven wonen, moet onze taal leren.

3 Het kost veel geld om vluchtelingen te helpen.

4 Migranten zijn welkom.

5 Ik mag overal naartoe emigreren.

6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de

gewoontes van een land.

7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.

 je bent uit je land moeten vluchten omdat het er onveilig was.

Je hebt alles achtergelaten en een gevaarlijke tocht overleefd. Je hebt

verschillende dagen op het water gedobberd en je bent gescheiden

geraakt van je ouders. Je weet niet of ze nog leven. Je bent opgevangen in

een Belgisch asielcentrum en je moet naar school. Je komt in onze klas

terecht. De taal is vreemd en alle leerkrachten en kinderen zien er anders

uit dan jij gewoon bent.

• Hoe zou jij willen dat wij jou ontvangen?

• Wat zou jij willen dat we tegen je zeggen?

p. 20

ws. p.6