grammatica werkwoorden

doel van deze les:

Aan het einde van de les kun je:

- uitleggen wat een werkwoord is

- kun je alle werkwoorden in een zin vinden

-kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goede manier gebruikt.

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

doel van deze les:

Aan het einde van de les kun je:

- uitleggen wat een werkwoord is

- kun je alle werkwoorden in een zin vinden

-kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goede manier gebruikt.

Slide 1 - Slide

Hoe herken je een werkwoord in een zin?

Slide 2 - Open question

Je krijgt dadelijk een aantal woorden. Jij moet aangeven of het een werkwoord is of niet. 

Slide 3 - Slide

huiswerk

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

wandelt

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

handvaardigheid

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

overhoren

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

zwemmen

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

kennismakingsspelletje

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

hebben

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

sommige

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

binnenkort

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

speelt

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

gefietst

is een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Maak een goede zin met het werkwoord kopen. (koop / koopt / kopen)

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Huiswerk voor maandag 25 sept 2e uur
Maken opdracht 9 en 11 blz 35 en 36

App grammatica en spelling:
2 lessen PV zoeken, cijfer opslaan

Slide 19 - Slide

Ik kan werkwoorden in een zin vinden.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 20 - Quiz

Deze vragen heb ik nog voor de docent :

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

maken: 
in je schrift


                                        
Opdracht 17, 18, 20 en 21, blz 24 t/m 26


                                                         

Slide 24 - Slide